Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schock:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schock (Duits) in het Spaans

Schock:

Schock [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schock
    el choque
    • choque [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schock (Nervenschock)
    el shock nervioso

Vertaal Matrix voor Schock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
choque Schock Bums; Durchstoß; Fall; Knall; Kollision; Krach; Plumps; Ruck; Schlag; Schuß; Stoß; Stoßen; Zusammenstoß; erschütternde Bewegung
shock nervioso Nervenschock; Schock
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
choque Anprall

Wiktionary: Schock

Schock
noun
  1. Medizin: akutes Versagen des Kreislaufsystems