Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Abreise:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abreise (Duits) in het Frans

Abreise:

Abreise [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abreise (Abfahrt)
    le départ; le décollage; le démarrage

Vertaal Matrix voor Abreise:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
décollage Abfahrt; Abreise Abfahrt; Abheben; Anfang; Anfangen; Aufstieg; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start; abfahren; abreisen
démarrage Abfahrt; Abreise Abfahrt; Anfang; Anfangen; Anziehen; Beginn; Bootstrap; Einleitung; Eröffnung; Start; Starten; abfahren; abreisen
départ Abfahrt; Abreise Abfahren; Abfahrt; Abfliegen; Abreisen; Anfang; Anfangen; Ausfahrt; Beginn; Beginnpunkt; Einleitung; Eröffnung; Fortgehen; Gehen; Start; Verlassen; Weg gehen; Wegfliegen; Weggehen; abfahren; abreisen

Synoniemen voor "Abreise":


Wiktionary: Abreise

Abreise
noun
  1. Beginn einer Reise von einem Ort weg
Abreise
noun
  1. action de disparaître ; résultat de cette action.
  2. Action de quitter
  3. moment précis de l'action de partir.

Computer vertaling door derden: