Duits

Uitgebreide vertaling voor Zwang (Duits) in het Frans

Zwang:

Zwang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Zwang (Pression; Druck)
    la pression; la force
    • pression [la ~] zelfstandig naamwoord
    • force [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Zwang (Blutdruck; Druck)
    la tension artérielle; la pression
  3. der Zwang (Auflage; Druck; Spannung; Auflegung; Last)
    le tirage; l'impression

Vertaal Matrix voor Zwang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
force Druck; Pression; Zwang Anregung; Anreiz; Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Arbeitslust; Beeinflussung; Bissigkeit; Brunst; Dynamik; Eifer; Einfluß; Einflüsse; Einwirkung; Energie; Feurigkeit; Geschwindigkeit; Gewalt; Grimmigkeit; Heftigkeit; Hektik; Impuls; Inbrunst; Intensität; Kraft; Leidenschaftlichkeit; Leistungsfähigkeit; Macht; Reiz; Schneidigkeit; Schnellheit; Schärfe; Seele; Spannkraft; Stachlichkeit; Stimulanz; Stämmigkeit; Stärke; Tatkraft; Triebkraft; Ungestüm; Vermögen; entschlossenes Handeln
impression Auflage; Auflegung; Druck; Last; Spannung; Zwang Abdruck; Abzug; Anschauen; Anschauung; Ansehen; Ansicht; Anzeigenanforderung; Aufdruck; Aufruf; Ausdruck; Bedrückung; Beobachtung; Eindruck; Eindrücke; Gesamteindruck; Observation; Perzeption; Vertretung; Wahrnehmung; Überdruck
pression Blutdruck; Druck; Pression; Zwang Bier; Druck; Faßbier; Hopfenblütetee; Lager; Pils; Pilsener; Zapfbier
tension artérielle Blutdruck; Druck; Zwang
tirage Auflage; Auflegung; Druck; Last; Spannung; Zwang Abdruck; Abzug; Auflage; Auflegung; Ausdruck; Ausgabe; Auslosung; Band; Bande; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Binde; Bindung; Decke; Diele; Lautstärke; Leimzange; Meldung; Mitteilung; Spalte; Spannung; Verlautbarung; Veröffentlichung; Ziehung

Synoniemen voor "Zwang":


Wiktionary: Zwang

Zwang
noun
  1. innerer oder äußerer Druck, etwas zu tun
Zwang
noun
  1. dépendance, état de celui qui est soumettre à un pouvoir, à une domination.

Cross Translation:
FromToVia
Zwang coercition coercion — actual or threatened force for the purpose of compelling action by another person
Zwang pression; contrainte dwang — het uitoefenen van macht om iemand tegen diens wil iets te laten doen of laten

Zwang vorm van zwingen:

zwingen werkwoord (zwinge, zwingst, zwingt, zwang, zwangt, gezwungen)

  1. zwingen (forcieren; zwängen; pressen; nötigen)
  2. zwingen (durch etwas genötigt werden; nötigen; erpressen)

Conjugations for zwingen:

Präsens
  1. zwinge
  2. zwingst
  3. zwingt
  4. zwingen
  5. zwingt
  6. zwingen
Imperfekt
  1. zwang
  2. zwangst
  3. zwang
  4. zwangen
  5. zwangt
  6. zwangen
Perfekt
  1. habe gezwungen
  2. hast gezwungen
  3. hat gezwungen
  4. haben gezwungen
  5. habt gezwungen
  6. haben gezwungen
1. Konjunktiv [1]
  1. zwinge
  2. zwingest
  3. zwinge
  4. zwingen
  5. zwinget
  6. zwingen
2. Konjunktiv
  1. zwänge
  2. zwängest
  3. zwänge
  4. zwängen
  5. zwänget
  6. zwängen
Futur 1
  1. werde zwingen
  2. wirst zwingen
  3. wird zwingen
  4. werden zwingen
  5. werdet zwingen
  6. werden zwingen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde zwingen
  2. würdest zwingen
  3. würde zwingen
  4. würden zwingen
  5. würdet zwingen
  6. würden zwingen
Diverses
  1. zwing!
  2. zwingt!
  3. zwingen Sie!
  4. gezwungen
  5. zwingend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor zwingen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contraindre à faire forcieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
forcer à faire forcieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
obliger à faire forcieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
pousser à faire forcieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
être obligé durch etwas genötigt werden; erpressen; nötigen; zwingen

Synoniemen voor "zwingen":


Wiktionary: zwingen

zwingen
verb
  1. mit Gewalt zu etwas bringen
zwingen
verb
  1. Contraindre à quelque chose.
  2. Traductions à trier suivant le sens
  3. Mettre quelqu’un dans l’obligation de faire ou de dire quelque chose. (Sens général).

Cross Translation:
FromToVia
zwingen forcer coerce — to use force, threat, or intimidation in attempt to compel one to act against his will
zwingen obliger compel — exact by force
zwingen contraindre; forcer force — compel (someone to do something)
zwingen forcer dwingen — iemand tegen zijn wil iets opleggen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Zwang