Duits
Uitgebreide vertaling voor aushämmern (Duits) in het Frans
aushämmern: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: fait; prêt; passé; fini; terminé; disposé; achevé; préparé; exécuté
- hämmern: heurter; éperonner; enfoncer à coups de bélier; se heurter contre; clouer; river; riveter; fouetter; frapper; battre; taper; cogner; marteler; persévérer; tabasser; tamponner; insister sur; continuer à pousser; donner des coups de marteau; enfoncer dans la tête; travailler au marteau; sonner; téléphoner; se cogner; carillonner
Spelling Suggesties voor: aushämmern
- Searching for suggestions...
Wiktionary: aushämmern
aushämmern
verb
-
frapper de coups répétés.
- battre → applaudieren; aufsprengen; aufwühlen; ausdreschen; aushämmern; ausklopfen; Beifall spenden; besiegen; buttern; dengeln; dreschen; gewinnen; hauen; klatschen; klopfen; losdreschen; münzen; peitschen; prasseln; prügeln; pulsieren; quirlen; schlagen; schlagen gegen; schütteln; übersteigen; verbuttern; verdreschen; zusammenschlagen
-
A TRIER
-
entrer brusquement en contact.
Computer vertaling door derden:
Frans
Suggesties voor aushämmern in het Frans
Spelling Suggesties voor: aushämmern
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: