Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fällig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fällig (Duits) in het Frans

fällig:

fällig bijvoeglijk naamwoord

  1. fällig (verstrichen; beendet; um)
    expiré; passé; écoulé

Vertaal Matrix voor fällig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passé Vergangenheit
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
écoulé beendet; fällig; um; verstrichen Verstrichen; ausgelaufen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expiré beendet; fällig; um; verstrichen
passé beendet; fällig; um; verstrichen armselig; armutig; aus; beendet; bereit; durchgegeben; ehemalig; einsatzbereit; elend; erledigt; faul; fertig; früher; geschafft; historisch; klar; letzt; mittellos; parat; passiert; ranzig; schlecht; schlottrig; schäbig; seinerzeitig; stinkend; stinkig; unansehnlich; verdorben; verfault; vergammelt; vergangen; verirrt; verloren; verlottert; verludert; verrotet; verschwunden; vollendet; vorig; weitergegeben; weitergeleitet; zerlumpt; ärmlich; übermittelt

Wiktionary: fällig


Cross Translation:
FromToVia
fällig due; due — owed or owing, to be paid by the stated time

Computer vertaling door derden: