Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Geziertheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geziertheit (Duits) in het Frans

Geziertheit:

Geziertheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geziertheit (Getue)
    l'affectation
  2. die Geziertheit (Verlogenheit; Ziererei; Unnatürlichkeit; )
    l'affectation; l'artifice; la fausseté; le maniérisme

Vertaal Matrix voor Geziertheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affectation Affektiertheit; Geschraubtheit; Getue; Geziertheit; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Ziererei Anstellerei; Arbeitsauftrag; Ziererei; Zuteilung
artifice Affektiertheit; Geschraubtheit; Geziertheit; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Ziererei Anstellerei; Ziererei
fausseté Affektiertheit; Geschraubtheit; Geziertheit; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Ziererei Falschheit; Fälschung; Gaukelei; Gemeinheit; Heuchelei; Hinterlistigkeit; Hypokrisie; Irreführung; Lügenhaftigkeit; Scheinheiligkeit; Schummelei; Schurkerei; Schwindelei; Täuschung; Tücke; Unaufrichtigkeit; Unechtheit; Unnatürlichkeit; Verlogenheit
maniérisme Affektiertheit; Geschraubtheit; Geziertheit; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Ziererei Anstellerei; Artigkeit; Beliebtheit; Höflichkeit; Ziererei

Wiktionary: Geziertheit


Cross Translation:
FromToVia
Geziertheit chichi; affectation aanstellerij — het zich aanstellen

Computer vertaling door derden: