Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Übung

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Übung

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Übung:
- exercice; exercice d'assouplissement
Wiktionary:
- Übung → exercice
- Übung → exercice, pratique, problème

Duits

Uitgebreide vertaling voor Übung (Duits) in het Frans

Übung:

Übung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Übung (Training; Ausbildung; Fingerübung; Schulung)
l'exercice; l'exercice d'assouplissement
- exercice [le ~] zelfstandig naamwoord
- exercice d'assouplissement [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Übung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
exercice	Ausbildung; Fingerübung; Schulung; Training; Übung	Arztpraxis; Ausübung; Erfahrung; Geschäftsjahr; Geübtheit; Körperübung; Praxis; Rettungsbootübung; Routine
exercice d'assouplissement	Ausbildung; Fingerübung; Schulung; Training; Übung	Fingerübung

Synoniemen voor "Übung":

gottesdienstliches Brauchtum; Ritual; Ritus; Zeremonie; Zeremoniell; Gottesglauben; Religion; Theismus
Probe; Training; Tutorium
Erfahrung; Praxis

Wiktionary: Übung

Übung

noun

action d’exercer ou de s’exercer.
- exercice → Exerzitium; Übung; Exerzieren; Üben; Einüben

Cross Translation:

From	To	Via
• Übung	→ exercice	↔ exercise — any activity designed to develop or hone a skill or ability
• Übung	→ exercice	↔ exercise — physical activity intended to improve strength and fitness
• Übung	→ pratique	↔ practice — repetition of an activity to improve skill
• Übung	→ problème	↔ problem — schoolwork exercise
• Übung	→ exercice	↔ oefening — test om de kennis te peilen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Übung

Wiederfolte Übung