Duits
Uitgebreide vertaling voor ausfegen (Duits) in het Frans
ausfegen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aus: fait; prêt; passé; fini; terminé; disposé; achevé; préparé; exécuté
- fegen: essuyer; éponger; hurler; crier; gronder; se dépêcher; gueuler; se précipiter; bouillonner; tonner; brailler; se presser; fulminer; tempêter; mugir; japper; bêler; vociférer; faire rage; se déchaîner; tousser fort
Spelling Suggesties voor: ausfegen
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden:
Frans
Suggesties voor ausfegen in het Frans
Spelling Suggesties voor: ausfegen
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: