Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
perfide:
-
Wiktionary:
perfide → perfide
perfide → perfide -
Synoniemen voor "perfide":
heimtückisch; hinterfotzig; hinterhältig; hinterlistig; intrigant; niederträchtig; perfid; trickreich; verräterisch; verschlagen
-
Wiktionary:
Frans naar Duits: Meer gegevens...
-
perfide:
- falsch; schlecht; übel; zornig; hinterlistig; doppelzüngig; schlimm; böse; arg; tückisch; bösartig; handelen mit schlechten Gedanken; gemein; geschliffen; schlau; heimtückisch; raffiniert; niederträchtig; listig; gewichst; schuftig; verschlagen; hinterhältig; verstohlen; durchtrieben; gerissen; glatt; gehässig; verräterisch; ausgekocht; schurkisch; gerieben; gewandt; mies; schäbig; schweinisch; fingiert; schofel; giftig; boshaft; jähzornig; unwirsch; teuflisch; diabolisch; demonisch; satanisch; untreu; treulos; ehebrecherisch; link; berechnend; spitzfindig; verschmitzt; abgefeimt; heimlich; versteckt; geheim; im geheimen; hinterfotzig
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor perfide (Duits) in het Frans
perfide:
Synoniemen voor "perfide":
Wiktionary: perfide
perfide
Cross Translation:
adjective
-
pejorativ (abwertend): hinterhältig, hinterlistig, heimtückisch
- perfide → perfide
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• perfide | → perfide | ↔ perfidious — pertaining to perfidy |
Computer vertaling door derden:
Frans
Uitgebreide vertaling voor perfide (Frans) in het Duits
perfide:
-
perfide (faux; mauvais; méchant; mal)
falsch; schlecht; übel; zornig; hinterlistig; doppelzüngig; schlimm; böse; arg; tückisch; bösartig; handelen mit schlechten Gedanken-
falsch bijvoeglijk naamwoord
-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
übel bijvoeglijk naamwoord
-
zornig bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
doppelzüngig bijvoeglijk naamwoord
-
schlimm bijvoeglijk naamwoord
-
böse bijvoeglijk naamwoord
-
arg bijvoeglijk naamwoord
-
tückisch bijvoeglijk naamwoord
-
bösartig bijvoeglijk naamwoord
-
handelen mit schlechten Gedanken bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (rusé; vilain; méchant; malin; hypocrite; sournoisement; bas; miteux; futé; minable; traître; vil; roué; bassement; perfidement; sournois; fieffé; vilainement; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres)
gemein; geschliffen; falsch; schlau; heimtückisch; böse; raffiniert; niederträchtig; listig; tückisch; bösartig; gewichst; schuftig; verschlagen; hinterhältig; verstohlen; durchtrieben; gerissen; glatt; hinterlistig; gehässig; verräterisch; ausgekocht; doppelzüngig; schurkisch; gerieben; gewandt-
gemein bijvoeglijk naamwoord
-
geschliffen bijvoeglijk naamwoord
-
falsch bijvoeglijk naamwoord
-
schlau bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
böse bijvoeglijk naamwoord
-
raffiniert bijvoeglijk naamwoord
-
niederträchtig bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
tückisch bijvoeglijk naamwoord
-
bösartig bijvoeglijk naamwoord
-
gewichst bijvoeglijk naamwoord
-
schuftig bijvoeglijk naamwoord
-
verschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
verstohlen bijvoeglijk naamwoord
-
durchtrieben bijvoeglijk naamwoord
-
gerissen bijvoeglijk naamwoord
-
glatt bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
gehässig bijvoeglijk naamwoord
-
verräterisch bijvoeglijk naamwoord
-
ausgekocht bijvoeglijk naamwoord
-
doppelzüngig bijvoeglijk naamwoord
-
schurkisch bijvoeglijk naamwoord
-
gerieben bijvoeglijk naamwoord
-
gewandt bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (faux; fictif; faussement; vil; bas; méchant; feint; vulgaire; inventé; méprisable; rudement; supposé; perfidement; vulgairement; basse; ordinaire; vachement; ignoble; abject; ordinairement; bassement; ignoblement)
falsch; tückisch; mies; hinterhältig; gemein; schäbig; heimtückisch; hinterlistig; schweinisch; fingiert; niederträchtig; schofel; schuftig-
falsch bijvoeglijk naamwoord
-
tückisch bijvoeglijk naamwoord
-
mies bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
gemein bijvoeglijk naamwoord
-
schäbig bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
schweinisch bijvoeglijk naamwoord
-
fingiert bijvoeglijk naamwoord
-
niederträchtig bijvoeglijk naamwoord
-
schofel bijvoeglijk naamwoord
-
schuftig bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (venimeux; méchant; envenimé; avec virulence; avec méchanceté; mauvais; dangereux; dangereuse)
-
perfide (mauvais; mal; méchant; malfaisant; ignoble; vil)
schlecht; schlimm; böse; übel; hinterhältig; heimtückisch; gemein; bösartig; mies; boshaft; tückisch; hinterlistig; niederträchtig-
schlecht bijvoeglijk naamwoord
-
schlimm bijvoeglijk naamwoord
-
böse bijvoeglijk naamwoord
-
übel bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
gemein bijvoeglijk naamwoord
-
bösartig bijvoeglijk naamwoord
-
mies bijvoeglijk naamwoord
-
boshaft bijvoeglijk naamwoord
-
tückisch bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
niederträchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (diabolique; malin; méchant; maligne; vilainement; malicieux; roué; démoniaque; du diable; infernal; diantre; malicieusement; diaboliquement; vilain; louche; rusé; satanique; perfidement)
teuflisch; diabolisch; demonisch; satanisch-
teuflisch bijvoeglijk naamwoord
-
diabolisch bijvoeglijk naamwoord
-
demonisch bijvoeglijk naamwoord
-
satanisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (adultère; infidèle; malhonnête; traîtreusement; perfidement)
untreu; treulos; ehebrecherisch-
untreu bijvoeglijk naamwoord
-
treulos bijvoeglijk naamwoord
-
ehebrecherisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (rusé; malin; raffiné; aiguisé; malicieux; taillé; fin)
link; schlau; berechnend; gerissen; raffiniert; hinterlistig; listig; gewichst; spitzfindig; falsch; gewandt; verschlagen; hinterhältig; verschmitzt; durchtrieben; ausgekocht; abgefeimt-
link bijvoeglijk naamwoord
-
schlau bijvoeglijk naamwoord
-
berechnend bijvoeglijk naamwoord
-
gerissen bijvoeglijk naamwoord
-
raffiniert bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
listig bijvoeglijk naamwoord
-
gewichst bijvoeglijk naamwoord
-
spitzfindig bijvoeglijk naamwoord
-
falsch bijvoeglijk naamwoord
-
gewandt bijvoeglijk naamwoord
-
verschlagen bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
verschmitzt bijvoeglijk naamwoord
-
durchtrieben bijvoeglijk naamwoord
-
ausgekocht bijvoeglijk naamwoord
-
abgefeimt bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (infidèle; perfidement; avec perfidie)
-
perfide (secrètement; furtif; en secret; clandestin; secret; sournois; hypocrite; dissimulé; clandestinement; en cachette; furtivement; sournoisement; perfidement; à la dérobée; à l'insu des autres)
heimlich; versteckt; geheim; verstohlen; doppelzüngig; heimtückisch; tückisch; hinterlistig; im geheimen-
heimlich bijvoeglijk naamwoord
-
versteckt bijvoeglijk naamwoord
-
geheim bijvoeglijk naamwoord
-
verstohlen bijvoeglijk naamwoord
-
doppelzüngig bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
tückisch bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
im geheimen bijvoeglijk naamwoord
-
-
perfide (sournois; hypocrite; roué; faux; en cachette; perfidement; clandestin; traître; rusé; minable; dissimulé; clandestinement; fourbe; félon; sournoisement; en traître; en secret; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres)
hinterfotzig; hinterhältig; heimtückisch; hinterlistig-
hinterfotzig bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor perfide:
Synoniemen voor "perfide":
Wiktionary: perfide
perfide
Cross Translation:
adjective
-
pejorativ (abwertend): hinterhältig, hinterlistig, heimtückisch
-
böse, schlecht geartet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• perfide | → perfide | ↔ perfidious — pertaining to perfidy |
• perfide | → schlau | ↔ wily — sly, cunning |
Computer vertaling door derden: