Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Büschel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Büschel (Duits) in het Frans

Büschel:

Büschel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Büschel
    la touffe; le bouquet
    • touffe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bouquet [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Büschel (Garbe; Bund; Busch; Bündel; Bausch)
    le faisceau; la botte; la gerbe
    • faisceau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • botte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gerbe [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. Büschel (Strauch; Busch; Gebüsch; Kopf; Staude)
    le buisson; l'arbuste; la broussaille; l'arbrisseau
  4. Büschel (Ertrag; Ernte; Pflücken; )
    la récolte; la cueillette; la vendange

Vertaal Matrix voor Büschel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbrisseau Busch; Büschel; Gebüsch; Kopf; Staude; Strauch Dickicht; Gebüsch; Gestrüpp
arbuste Busch; Büschel; Gebüsch; Kopf; Staude; Strauch Strauchwald
botte Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe Stiefel
bouquet Büschel Aroma; Atem; Blume; Blumenstrauß; Blumenstück; Blümchen; Bukett; Busch; Duft; Geruch; Geschmack; Strauß
broussaille Busch; Büschel; Gebüsch; Kopf; Staude; Strauch
buisson Busch; Büschel; Gebüsch; Kopf; Staude; Strauch Dickicht; Gebüsch; Gestrüpp
cueillette Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese
faisceau Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe Bündel
gerbe Bausch; Bund; Busch; Bündel; Büschel; Garbe Blume; Blumenstrauß; Blumenstück; Blümchen; Bukett; Getreidegarbe; Korngarbe; Strauß
récolte Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese
touffe Büschel Dutt; Flocke; Haarknoten; Knoten
vendange Büschel; Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Lese; Pflücken; Weinlese; Wisch Einsammlung; Ernte; Ertrag; Erträge; Gewinnung; Hervorbringung; Lese; Pflücken; Traubenlese; Weinlese

Wiktionary: Büschel

Büschel
noun
  1. lose Menge von (dünnen) länglichen Gegenständen

Cross Translation:
FromToVia
Büschel grappe; groupe cluster — group or bunch of something

Computer vertaling door derden: