Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Nuß:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nuss (Duits) in het Frans

Nuß:

Nuß [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Nuß (Fruchtkern; Kern; Stein)
    le pépin; le noyau; la graine
    • pépin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • noyau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • graine [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nuß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graine Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein Keim; Samen; Samenkorn
noyau Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein Innerste; Kern; Kernel; Mittelpunkt; Schwerpunkt; Zentrum
pépin Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein


Wiktionary: Nuss

Nuss
  1. Botanik: Frucht mit verholztem Perikarp, die sich nicht öffnet
  2. die Geschmacksrichtung Haselnuss
  3. umgangssprachlich: essbarer Same mit harter Schale
Nuss
noun
  1. (botanique) fruit sec produire par le noyer. C’est une drupe composée d’une écale non consommable, le brou et d’un noyau qui, une fois lignifié, en constitue la coque.

Cross Translation:
FromToVia
Nuss noix; fruit sec nut — hard-shelled fruit
Nuss couille nut — slang: testicle
Nuss noix noot(plantkunde) een harde boomvrucht

Verwante vertalingen van Nuss