Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Geniesser:
  2. Genießer:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Genießer (Duits) in het Frans

Geniesser:

Geniesser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Geniesser (Lebensküstler; Genußmensch)
    le jouisseur

Vertaal Matrix voor Geniesser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jouisseur Geniesser; Genußmensch; Lebensküstler Geniesende; Genußmensch; Genußsucher; Hedonist; Schwelger; Wollüstling

Genießer:

Genießer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Genießer (Schwelger)
    le jouisseurs

Vertaal Matrix voor Genießer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jouisseurs Genießer; Schwelger

Synoniemen voor "Genießer":


Wiktionary: Genießer


Cross Translation:
FromToVia
Genießer gourmet; fine gueule; gastronome; dégustateur; gourmande; gourmand gourmet — gourmet; a person who appreciates good food