Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Möbel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Möbel (Duits) in het Frans

Möbel:

Möbel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Möbel (Möbelstück)
    le meuble
    • meuble [le ~] zelfstandig naamwoord

Möbel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Möbel (Ameublement; Mobiliar)
    le meubles; l'ameublement; le garniture; l'aménagement

Vertaal Matrix voor Möbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ameublement Ameublement; Mobiliar; Möbel Dekoration; Einrichtung; Innenausstattung; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung
aménagement Ameublement; Mobiliar; Möbel Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Dekoration; Einrichtung; Girlande; Innenausstattung; Verzierung; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung; Zierde
garniture Ameublement; Mobiliar; Möbel Auflage; Auskleidung; Besatz; Brotaufstrich; Brotbelag; Dekorationen; Garnierung; Garnitur; Polsterung; Teig; Verkleidung; Verzierungen
meuble Möbel; Möbelstück
meubles Ameublement; Mobiliar; Möbel Besitz; Besitztum; Bestand; Dekoration; Eigentum; Einrichtung; Habe; Hausmobiliar; Hausrat; Innenausstattung; Inventar; Mobiliar; Wohnungseinrichting; Wonungsausstattung

Synoniemen voor "Möbel":


Wiktionary: Möbel

Möbel
  1. Singular ungebräuchlich: großer Einrichtungsgegenstand
Möbel
noun
  1. Objet qui garnit, orne, une pièce

Cross Translation:
FromToVia
Möbel meuble; mobilier furniture — an item, or items, (usually) in a room
Möbel meuble piece of furniture — item of furniture.
Möbel meuble meubelstuk — voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed etc
Möbel meuble meubel — een voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed et cetera