Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Dackel

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Dackel

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Dackel:
- teckel; basset allemand; teckels
- bassets; teckels
Wiktionary:
- Dackel → teckel, corniaud
- Dackel → teckel, basset

Duits

Uitgebreide vertaling voor Dackel (Duits) in het Frans

Dackel:

Dackel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Dackel
le teckel
- teckel [le ~] zelfstandig naamwoord
der Dackel (Teckel)
le teckel; le basset allemand
- teckel [le ~] zelfstandig naamwoord
- basset allemand [le ~] zelfstandig naamwoord
der Dackel (Dachshunde)
le teckels
- teckels [le ~] zelfstandig naamwoord

Dackel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Dackel (Dachshunde)
le bassets; le teckels
- bassets [le ~] zelfstandig naamwoord
- teckels [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dackel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
basset allemand	Dachshund; Dackel; Teckel
bassets	Dachshunde; Dackel
teckel	Dachshund; Dackel; Teckel
teckels	Dachshunde; Dackel

Synoniemen voor "Dackel":

Dachshund; Teckel; bester Freund des Menschen; Hund; Kläffer; Köter; Töle; Wau Wau

Wiktionary: Dackel

Dackel

noun

kleiner Hund, der traditionell zur Jagd eingesetzt wird
- Dackel → teckel

Dackel

noun

(familier, fr) Personne idiote, sotte, n’ayant pas le sens du raisonnement.
- corniaud → Dackel; Depp; Kamel
(term, zootechnie) race de chien originaire d’Allemagne, basset (chien long et court sur pattes), à poil long, ras ou dur.
- teckel → Dackel

Cross Translation:

From	To	Via
• Dackel	→ teckel	↔ dachshund — breed of dog
• Dackel	→ basset; teckel	↔ dashond — dierkunde\|nld een hondensoort, klein, met lang lijf en korte poten, die speciaal gefokt wordt voor de jacht op dassen