Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Vieh:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vieh (Duits) in het Frans

Vieh:

Vieh [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Vieh (Tier; Getier)
    l'animal; la bête
    • animal [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bête [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Vieh (Viehbestand; Viehzeug)
    le bétail; le cheptel bovin

Vertaal Matrix voor Vieh:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal Getier; Tier; Vieh Hundsfott; Lumpenkerl
bétail Vieh; Viehbestand; Viehzeug
bête Getier; Tier; Vieh Mißgebilde; Mißgestalt; Scheusal; Ungeheuer; Ungetüm; Untier
cheptel bovin Vieh; Viehbestand; Viehzeug
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal animalisch; bestialisch; grob; schändlich; tierisch
bête albern; arglos; bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; denkfaul; dämlich; eselhaft; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; hohlköpfig; idiotenhaft; idiotisch; infantil; irre; irrsinnig; kindisch; kindlich; leichtgläubig; lächerlich; meschugge; naiv; närrisch; schafsköpfig; stumpfsinnig; stupid; treudoof; töricht; unsinnig; unvernünftig; unverständig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt

Synoniemen voor "Vieh":


Wiktionary: Vieh

Vieh
noun
  1. Alle Nutztiere, die in der Landwirtschaft gehalten werden.
  2. Rindvieh
  3. roher, brutaler Mensch

Cross Translation:
FromToVia
Vieh bétail cattle — certain other livestock
Vieh bétail livestock — farm animals
Vieh bétail stock — farm animals
Vieh bétail vee — door de mens om economische redenen gehouden dieren

Computer vertaling door derden: