Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gaukler (Duits) in het Frans

Gaukler:

Gaukler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gaukler (Zauberkünstler)
    l'illusionniste; le quelqu'un qui jongle
  2. der Gaukler (Zauberer; Hexenmeister; Tausendkünstler)
    le magicien; le sorcier; l'enchanteur; l'ensorceleur; l'envoûteur
  3. der Gaukler
    le magicien
  4. der Gaukler (Hexenmeister)
    le sorcier; le magicien
    • sorcier [le ~] zelfstandig naamwoord
    • magicien [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gaukler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enchanteur Gaukler; Hexenmeister; Tausendkünstler; Zauberer
ensorceleur Gaukler; Hexenmeister; Tausendkünstler; Zauberer
envoûteur Gaukler; Hexenmeister; Tausendkünstler; Zauberer
illusionniste Gaukler; Zauberkünstler
magicien Gaukler; Hexenmeister; Tausendkünstler; Zauberer Hexenmeister
quelqu'un qui jongle Gaukler; Zauberkünstler
sorcier Gaukler; Hexenmeister; Tausendkünstler; Zauberer Hexenmeister; Zauberarzt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enchanteur bewegend; bezaubernd; emotional; ergreifend; herzergreifend; herzzerreißend; rührend; tragisch; zauberhaft

Synoniemen voor "Gaukler":


Wiktionary: Gaukler

Gaukler
noun
  1. gehoben: Person, die durch Tricks versucht, jemanden zu täuschen
  2. veraltet: Person, die vor Publikum Kunststücke vorführt
Gaukler
noun
  1. vendeur ambulant de drogues qu’il débiter à grand fracas de trompe et de boniments sur les places public, monter sur des tréteaux ou sur une voiture. — note C’est généralement un terme de mépris.

Computer vertaling door derden: