Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gutdünken:
  2. Gutdünken:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gutdünken (Duits) in het Frans

gutdünken:

gutdünken werkwoord

  1. gutdünken (gefallen; belustigen; belieben; )
    plaire; jouir de; amuser; sembler bon
    • plaire werkwoord (plais, plaît, plaisons, plaisez, )
    • jouir de werkwoord
    • amuser werkwoord (amuse, amuses, amusons, amusez, )
    • sembler bon werkwoord

Vertaal Matrix voor gutdünken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amuser amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten amüsieren; belustigen; ergötzen; genießen; sich ergötzen an; unterhalten
jouir de amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten amüsieren; belustigen; ergötzen; genießen; schleckern; schlemmen; schmausen; unterhalten
plaire amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten anlocken; bestechen; bestricken; betören; bezaubern; entzücken; gefallen; kokettieren; reizen; verführen; verleiten; verlocken; verzaubern
sembler bon amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten

Gutdünken:

Gutdünken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gutdünken (Belieben)
    le gré
    • gré [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gutdünken
    la satisfaction; le bien-être
  3. Gutdünken (Euphorie; Glück; Wohlbehagen; Behagen)
    l'euphorie; le bonheur suprême; l'extase; la grande félicité

Vertaal Matrix voor Gutdünken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bien-être Gutdünken Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Gesundheit; Häuslichkeit; Vergnügen; Wohlbefinden; Wohlstand
bonheur suprême Behagen; Euphorie; Glück; Gutdünken; Wohlbehagen
euphorie Behagen; Euphorie; Glück; Gutdünken; Wohlbehagen
extase Behagen; Euphorie; Glück; Gutdünken; Wohlbehagen Begeisterung; Bezauberung; Ekstase; Enthusiasmus; Entzückung; Fröhlichkeit; Geistesverführung; Trance; Verführung; Verleitung; Verlockung; Verzückung
grande félicité Behagen; Euphorie; Glück; Gutdünken; Wohlbehagen
gré Belieben; Gutdünken
satisfaction Gutdünken Ausgelassenheit; Befriedigung; Erfreulichkeit; Erfüllung; Feudenruf; Flause; Freude; Freudenfest; Freudentaumel; Frohsinn; Fröhlichkeit; Gaudi; Gefallen; Genugtuung; Genuß; Genügsamkeit; Geselligkeit; Glückseligkeit; Heiterkeit; Hilarität; Jubel; Jux; Keckheid; Keckheit; Lebhaftigkeit; Lust; Lustigkeit; Munterkeit; Narrheit; Scherz; Schäkerei; Seligkeit; Spaß; Spaßen; Spleen; Sympathie; Torheit; Ulk; Unsinn; Vergnügen; Verrücktheit; Wiedergutmachungsleistung; Wohlbehagen; Wohlwollen; Zufriedenheit; Zufriedenstellung

Synoniemen voor "Gutdünken":

  • Einschätzungsspielraum; Ermessen
  • Belieben; der eigenen Vorstellung nach

Wiktionary: Gutdünken

Gutdünken

Computer vertaling door derden: