Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. elf:
  2. Elf:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor elf (Duits) in het Frans

elf:

elf bijvoeglijk naamwoord

  1. elf
    onze
    • onze bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor elf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onze Fußballmannschaft
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onze elf

Wiktionary: elf

elf
  1. die Kardinalzahl zwischen zehn und zwölf
elf
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
elf onze eleven — the cardinal number occurring after ten and before twelve

Elf:

Elf [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Elf (Fußballmannschaft; Mannschaft)
    l'équipe
    • équipe [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Elf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
équipe Elf; Fußballmannschaft; Mannschaft Abteilung; Fußballmannschaft; Geschäftsstelle; Gruppe; Mannschaft; Partei; Sektion; Team
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
équipe Team

Synoniemen voor "Elf":


Wiktionary: Elf

Elf
noun
  1. keltische und germanische Märchen- und Sagengestalt; Naturgeister mit guter oder schlechter Gesinnung
Elf
noun
  1. fanta|fr Petit démon ou esprit follet qui vient la nuit tourmenter les vivants.
  2. Le nombre 11. Un objet numéroté 11.

Cross Translation:
FromToVia
Elf elfe; farfadet; lutin elf — a magical being