Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Wohnwagen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wohnwagen (Duits) in het Frans

Wohnwagen:

Wohnwagen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wohnwagen (Autoanhänger)
    la caravane
  2. der Wohnwagen (Wohnwagen mit festem Standplatz)
    la caravane résidentielle
  3. der Wohnwagen
    la caravane; la roulotte
  4. der Wohnwagen
    le camping-car
  5. der Wohnwagen (Campingbus; Wohnmobil; Camper)
    le campingcar; la caravane; la caravane familiale
  6. der Wohnwagen (Caravan; Wohnanhänger)
    la caravanes

Vertaal Matrix voor Wohnwagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camping-car Wohnwagen
campingcar Camper; Campingbus; Wohnmobil; Wohnwagen
caravane Autoanhänger; Camper; Campingbus; Wohnmobil; Wohnwagen Karawane
caravane familiale Camper; Campingbus; Wohnmobil; Wohnwagen
caravane résidentielle Wohnwagen; Wohnwagen mit festem Standplatz
caravanes Caravan; Wohnanhänger; Wohnwagen
roulotte Wohnwagen

Synoniemen voor "Wohnwagen":


Wiktionary: Wohnwagen

Wohnwagen
noun
  1. eine Art Anhänger, in dem man auf Reisen wohnt und der von einem Auto gezogen wird
Wohnwagen
noun
  1. Véhicul.
  2. Grande voiture où logeaient les forains et les bohémiens.

Cross Translation:
FromToVia
Wohnwagen caravane caravan — kampeerwagen, woonwagen, aanhangwagen die kan dienen als woonst
Wohnwagen roulotte trailer — furnished vehicle towed behind another, used as a dwelling when stationary

Verwante vertalingen van Wohnwagen