Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Übelkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Übelkeit (Duits) in het Frans

Übelkeit:

Übelkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Übelkeit (Unpäßlichkeit)
    l'horreur; le sentiment désagréable

Vertaal Matrix voor Übelkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
horreur Unpäßlichkeit; Übelkeit Abscheu; Abscheulichkeit; Ekel; Ekelhaftigkeit; Fiesling; Greuel; Schaurigkeit; Scheusal; Schrecken; Schrecknis; Verabscheuung; Widerwille; Widerwärtigkeit; widerlicher Mensch
sentiment désagréable Unpäßlichkeit; Übelkeit

Synoniemen voor "Übelkeit":


Wiktionary: Übelkeit


Cross Translation:
FromToVia
Übelkeit nausée nausea — feeling of physical unwellness, usually with the desire to vomit

Computer vertaling door derden: