Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Anfängerin

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Anfängerin

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Anfängerin:
- commençant; débutant; démarreur; aspirant
- débutant; commençant; débutante
Wiktionary:
- Anfängerin → débutante, apprentie
- Anfängerin → débutante, débutant

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anfängerin (Duits) in het Frans

Anfängerin:

Anfängerin [der ~] zelfstandig naamwoord

der Anfängerin
le commençant; le débutant; le démarreur
- commençant [le ~] zelfstandig naamwoord
- débutant [le ~] zelfstandig naamwoord
- démarreur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Anfängerin (Anfänger; Starter)
le débutant; l'aspirant
- débutant [le ~] zelfstandig naamwoord
- aspirant [le ~] zelfstandig naamwoord

Anfängerin [die ~] zelfstandig naamwoord

die Anfängerin
le débutant; le commençant
- débutant [le ~] zelfstandig naamwoord
- commençant [le ~] zelfstandig naamwoord
die Anfängerin
la débutante
- débutante [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anfängerin:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aspirant	Anfänger; Anfängerin; Starter	Fähnrich; Interessent; Kanditat; Kronprinz; Mitbewerber; Prinz; Thronanwärter; Thronfolger
commençant	Anfängerin
débutant	Anfänger; Anfängerin; Starter	Debütant; Neuankömmling; Neuling
débutante	Anfängerin	Debütant; Neuankömmling; Neuling
démarreur	Anfängerin	Anlasser; Startmotor

Wiktionary: Anfängerin

Anfängerin

noun

weiblicher Anfänger
- Anfängerin → débutante; apprentie

Cross Translation:

From	To	Via
• Anfängerin	→ débutante; débutant	↔ beginner — someone who just recently started