Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Benachteiligung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Benachteiligung (Duits) in het Frans

Benachteiligung:

Benachteiligung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Benachteiligung
    le préjudice; le tort
    • préjudice [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tort [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Benachteiligung (Zurücksetzung; Zurückstellung)
    le tort; la manque d'égards

Vertaal Matrix voor Benachteiligung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manque d'égards Benachteiligung; Zurücksetzung; Zurückstellung
préjudice Benachteiligung
tort Benachteiligung; Zurücksetzung; Zurückstellung Abbruch; Beeinträchtigung; Einbuße; Falsche; Mißstand; Mißverhältnis; Niederlage; Schlappe; Ungerechtigkeit; Unrecht; Unrechtfertigkeit; Verlieren; Verlust

Synoniemen voor "Benachteiligung":

  • Nachteil; Schaden; Übertölpelung; Übervorteilung
  • Deprivation; Diskriminierung

Wiktionary: Benachteiligung

Benachteiligung
noun
  1. (sport) épreuve ou concours de vitesse, de force ou d’endurance dans lesquels on égaliser les chances des concurrents d’âge ou de qualités différents, mais en leur attribuer ou en leur ôter une certaine avance de temps, de