Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Bißchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bisschen (Duits) in het Frans

bisschen:


Synoniemen voor "bisschen":

  • bissel; bisserl; wenig; ein klein bisschen; ein kleines bisschen; ein Schuss; ein Spritzer; ein wenig; eine Prise; einen Tacken; einen Tick; etwas; Abstufung; Grad; Maß
  • kleinster Teil

Wiktionary: bisschen

bisschen
  1. „das bisschen“ zur Kennzeichnung einer unwichtigen, gering geschätzten Sache
    • bisschen → le peu qu'il y a
  2. kein bisschen + Substantiv: überhaupt kein, gar kein
  3. undeklinierbar: ein klein wenig, eine kleine Menge von etwas
    • bisschenpeu

Cross Translation:
FromToVia
bisschen modique modicum — small amount
bisschen peu beetje — een kleine hoeveelheid.

Bißchen:

Bißchen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bißchen
    le petit peu; le peu; le brin
    • petit peu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • peu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • brin [le ~] zelfstandig naamwoord

Bißchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Bißchen (Wenig)
    le petit peu

Vertaal Matrix voor Bißchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brin Bißchen Halm; Reis; Stengel; Stiel; junger Zweig
petit peu Bißchen; Wenig Anflug; Anstrich; Artikel; Aufsatz; Brocken; Prise; Publikation; Schimmer; Spur; Stückchen; klein Bischen
peu Bißchen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
peu eines; etwas; was
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peu armselig; dürftig; dürr; einige; karg; knapp; kärglich; mager; sparsam; spärlich; trocken; wenig; ärmlich


Wiktionary: Bisschen


Cross Translation:
FromToVia
Bisschen peu; petit morceau bit — small amount of something
Bisschen peu spot — small amount

Verwante vertalingen van Bisschen