Duits

Uitgebreide vertaling voor Erschütterung (Duits) in het Frans

Erschütterung:

Erschütterung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erschütterung (Vibration; Beben)
    la vibration; le tremblement
  2. die Erschütterung
    le frisson; la tremblote; le frémissement; le frissonnement
  3. die Erschütterung (Zerrüttung)
    le désarroi; la confusion
  4. die Erschütterung (Beben)
    le frisson; le tremblement; le frémissement; l'ébranlement; le chevrotement
  5. die Erschütterung (Beben)
    le choc; le tremblement; la secousse; la saccade; l'heurt; le cahot; l'oscillation; la vibration
    • choc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tremblement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • secousse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • saccade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • heurt [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cahot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • oscillation [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vibration [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erschütterung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cahot Beben; Erschütterung Anprall; Anstoß; Bums; Puff; Schlag; Stoß; Zusammenstoß; leichter Stoß
chevrotement Beben; Erschütterung
choc Beben; Erschütterung Anprall; Anstoß; Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Puff; Ruck; Schlag; Schock; Schuß; Stoß; Zusammenstoß; erschütternde Bewegung; leichter Stoß
confusion Erschütterung; Zerrüttung Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Bestürzung; Chaos; Durcheinander; Empörung; Entsetzung; Erhebung; Gewirr; Irrgarten; Krawall; Labyrinth; Rebellion; Scham; Schamgefühl; Schlägerei; Schüchternheit; Tumult; Unordnung; Verwechselung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand; Wirbel; Wirrwarr; verdutztheit
désarroi Erschütterung; Zerrüttung
frisson Beben; Erschütterung Grausen; Schauder; Scheu; Schlottern; Zittern
frissonnement Erschütterung Schlottern; Zittern
frémissement Beben; Erschütterung Funkeln; Geknister; Geraschel; Geräusch; Gesause; Grausen; Rauschen; Sausen; Schauder; Scheu; Schlottern; Zittern
heurt Beben; Erschütterung Anprall; Anstoß; Auseinandersetzung; Balgerei; Bums; Diskussion; Fehde; Friktion; Gefecht; Hieb; Irrgarten; Kampf; Klaps; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Labyrinth; Maulschelle; Meinungsverschiedenheit; Ohrfeige; Puff; Reibung; Ringen; Ringkampf; Ruck; Schlacht; Schlag; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht; erschütternde Bewegung; leichter Stoß
oscillation Beben; Erschütterung Dünung; Geschlinger; Oszillation; Schwankung; Schwung; Seegang; Sintflut; Treiben; Tumult; Wellengang; Wellenschlag; schleudernde Bewegung; schwingende Bewegung
saccade Beben; Erschütterung Ruck; Stoß; erschütternde Bewegung
secousse Beben; Erschütterung Abschütteln; Ruck; Stoß; erschütternde Bewegung
tremblement Beben; Erschütterung; Vibration Schlottern; Tremor; Zittern
tremblote Erschütterung Zittern
vibration Beben; Erschütterung; Vibration Zitterbewegung
ébranlement Beben; Erschütterung Dröhnen; Gedröhne; Schläge
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
choc Anprall

Synoniemen voor "Erschütterung":


Wiktionary: Erschütterung


Cross Translation:
FromToVia
Erschütterung commotion; cérébrale concussion — an injury to part of the body, most especially the brain

Computer vertaling door derden: