Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Faser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Faser (Duits) in het Frans

Faser:

Faser [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Faser
    la fibre; le fil de fibre
  2. die Faser
    la fibre
    • fibre [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Faser
    l'effilochure; l'éraillure
  4. die Faser (Körperfaser)
    la fibre du corps
  5. die Faser (Faserstoff)
    le tissu
    • tissu [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Faser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effilochure Faser Fussel; Mischmasch; Schnickschnack; Unsin
fibre Faser
fibre du corps Faser; Körperfaser
fil de fibre Faser
tissu Faser; Faserstoff Abschnitt; Aufbau; Coupon; Faserstoff; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Komplex; Lappen; Lumpen; Putztuch; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Scheuerlappen; Stoffetzen; Stofflappen; Stramin; Stück; Stück Stoff; Tuch; textilwaren
éraillure Faser Franse; Fransenborte; Fussel; Mischmasch; Schnickschnack; Spitze; Unsin

Synoniemen voor "Faser":


Wiktionary: Faser

Faser
noun
  1. feiner Faden aus Gewebe, meist im (natürlichen) Gewebe von Pflanzen, Tieren oder Menschen
Faser
noun
  1. anatomie|fr élément anatomique long et frêle, pour animaux ou végétaux.
  2. Petites parties longues et déliées dont l’assemblage forme le corps des végétaux
  3. Petites parties longues et déliées aux viandes

Cross Translation:
FromToVia
Faser fibre fibre — single elongated piece of material
Faser filament filament — fine thread or wire