Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Fisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fisch (Duits) in het Frans

Fisch:

Fisch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fisch
    le poisson
    • poisson [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poisson Fisch

Synoniemen voor "Fisch":

  • Schädeltier; Vertebrat; Vertebraten; Wirbeltier

Wiktionary: Fisch

Fisch
noun
  1. zwölftes Sternbild auf der Ekliptik (Tierkreiszeichen) – üblich ist hier der Gebrauch des Plurals die Fische – oder ein in diesem Sternbild Geborener (hier auch Singular)
  2. kein Plural: Fleisch von [1] als Lebensmittel
  3. Zoologie: Tier, das unter Wasser lebt und durch Kiemen atmen
Fisch
noun
  1. Animal vivant dans l’eau.

Cross Translation:
FromToVia
Fisch poisson fish — vertebrate animal
Fisch poisson fish — flesh of fish as food
Fisch ichthyique; poisson fishy — of, from, or similar to fish
Fisch poisson vis — het vlees van een vis
Fisch poisson visPisces, gewerveld dier met kieuwen, levend in water

Verwante vertalingen van Fisch