Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Gebell

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Gebell

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Gebell:
- aboiements; lamentations; pleurs; gémissement; jérémiades
Wiktionary:
- Gebell → aboi, aboiement
- Gebell → aboiement

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gebell (Duits) in het Frans

Gebell:

Gebell [das ~] zelfstandig naamwoord

Gebell (Gekläffe; Bellen)
l'aboiements
- aboiements [le ~] zelfstandig naamwoord
Gebell (Gejammer; Stöhnen; Flehen; Geheul; Gewinsel; Jammern; Gewimmer; Geklage; Geächze)
la lamentations; le pleurs; le gémissement; la jérémiades
- lamentations [la ~] zelfstandig naamwoord
- pleurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- gémissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- jérémiades [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gebell:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aboiements	Bellen; Gebell; Gekläffe
gémissement	Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Stöhnen	Beanstandung; Beschwerde; Elegie; Geblök; Gejammer; Gemäcker; Gemäh; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Gier; Klage; Klagelied; Krankheit; Lamentieren; Leiden; Seufzen; Seufzer; Stoßseufzer; Sucht; Wehklage; Ächzen; Ärgernis; Übel
jérémiades	Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Stöhnen	Elegie; Geheul; Gejammer; Geleier; Gemecker; Genörgel; Gequake; Gequengel; Geschwatze; Getratsche; Geweine; Jammern; Klagelied; Schluchzen; Trauergesang; Trauerlied; Weinen
lamentations	Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Stöhnen	Elegie; Geblök; Gefasel; Geheul; Gejammer; Geklage; Geleier; Gemecker; Gemäcker; Gemäh; Genörgel; Geschimpfe; Geweine; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Klage; Klagelied; Klagen; Lamentieren; Quengelei; Schimpferei; Schluchzen; Stöhnen; Trauergesang; Trauerlied; Wehklage; Weinen; Ächzen
pleurs	Flehen; Gebell; Geheul; Gejammer; Geklage; Gewimmer; Gewinsel; Geächze; Jammern; Stöhnen	Geheul; Gejammer; Geschrei; Geweine; Jammern; Lamentieren; Schluchzen; Tränen; Weinen

Wiktionary: Gebell

Gebell

noun

(vieilli) cri du chien.
- aboi → Bellen; Gebell
son émis par le chien et par d’autres canidés.
- aboiement → Bellen; Gebell

Cross Translation:

From	To	Via
• Gebell	→ aboiement	↔ bark — short, loud, explosive utterance