Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Geiz

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Geiz

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Geiz:
- avidité; avarice; rapacité
Wiktionary:
- Geiz → avarice, parcimonie, radinerie
- Geiz → avare

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geiz (Duits) in het Frans

Geiz:

Geiz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Geiz (Gier; Habgier)
l'avidité; l'avarice
- avidité [la ~] zelfstandig naamwoord
- avarice [la ~] zelfstandig naamwoord
der Geiz (Habgierigkeit; Knauserei)
l'avidité
- avidité [la ~] zelfstandig naamwoord
der Geiz (Habgier; Knauserigkeit; Raffgier; Knauserei)
l'avidité; la rapacité
- avidité [la ~] zelfstandig naamwoord
- rapacité [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geiz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avarice	Geiz; Gier; Habgier	Geldgier; Gier; Habgier
avidité	Geiz; Gier; Habgier; Habgierigkeit; Knauserei; Knauserigkeit; Raffgier	Begehr; Begehren; Gefräßigkeit; Gier; Habgier; Lernbegierde; Lust; Verlangen; ein großes Verlangen
rapacité	Geiz; Habgier; Knauserei; Knauserigkeit; Raffgier	Habgier; Raubgier

Synoniemen voor "Geiz":

Sparsamkeit; einen Igel in der Tasche haben; Knauserei; Pfennigfuchserei; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug

Wiktionary: Geiz

Geiz

heftiger Unwille etwas abzugeben
- Geiz → avarice

Geiz

noun

Personne avare.
- avare → Geiz; Habgier

Cross Translation:

From	To	Via
• Geiz	→ parcimonie	↔ parsimony — great reluctance to spend money unnecessarily
• Geiz	→ radinerie	↔ stinginess — lack of generosity