Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Gerücht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gerücht (Duits) in het Frans

Gerücht:

Gerücht [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gerücht (falsches Gerücht)
    la fausse rumeur; le bobard; le canard

Vertaal Matrix voor Gerücht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bobard Gerücht; falsches Gerücht
canard Gerücht; falsches Gerücht Ente; Keckheit; Scherz; Scherzen; Spaß; Spaßmacherei; Späßchen; Streich; Ulk; Witz
fausse rumeur Gerücht; falsches Gerücht

Synoniemen voor "Gerücht":

  • Fama; Hörensagen; Latrinenparole; unbestätigte Meldung; Vernehmen

Wiktionary: Gerücht

Gerücht
noun
  1. eine Nachricht, die mündlich verbreitet wird und deren Wahrheitsgehalt zweifelhaft ist
Gerücht
noun
  1. Mouvement de suspicion publique contre quelqu’un
  2. Information diffusée dont la véracité est douteuse
  3. opinion bonne ou mauvaise au sujet d'une personne ou d’une chose.

Cross Translation:
FromToVia
Gerücht rumeur; ouï-dire; on-dit hearsay — information that was heard by one person about another
Gerücht rumeur; bruit rumor — statement or claim from no known reliable source
Gerücht il parait; le bruit court; on dit rumour has it — there is a rumor that...
Gerücht bruit mare — gerucht
Gerücht rumeur gerucht — een mededeling of nieuwtje dat de ronde doet maar nog niet bevestigd is, zodat je niet zeker bent of het waar is

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Gerücht