Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Label:
  2. Wiktionary:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. label:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Label (Duits) in het Frans

Label:

Label [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Label (Aufkleber; Etikett; Sticker; Plakatkleber)
    l'étiquette; l'autocollant

Vertaal Matrix voor Label:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autocollant Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker
étiquette Aufkleber; Etikett; Label; Plakatkleber; Sticker Anstand; Anstandslehre; Beschriftung; Bezeichnung; Ehrlichkeit; Etikett; Handelsmarke; Höflichkeit; Schick; Schutzmarke; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Warenzeichen

Synoniemen voor "Label":


Wiktionary: Label


Cross Translation:
FromToVia
Label marque brand — name, symbol, logo



Frans

Uitgebreide vertaling voor Label (Frans) in het Duits

label:

label [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le label (marque de fabrique; marque; dénomination commerciale; )
    die Handelsmarke; die Schutzmarke; Warenzeichen
  2. le label (marque de fabrique)
    die Handelsmarke; die Schutzmarke; Warenzeichen; Gütezeichen; Handelszeichen

Vertaal Matrix voor label:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gütezeichen label; marque de fabrique estampille; label de qualité; marque de qualité; poinçon de garantie
Handelsmarke dénomination commerciale; label; marque; marque de fabrique; marque déposée; poinçon; sceau; étiquette dénomination commerciale; marque; marque commerciale; marque de fabrique de commerce; marque déposée
Handelszeichen label; marque de fabrique logo; marque; marque déposée
Schutzmarke dénomination commerciale; label; marque; marque de fabrique; marque déposée; poinçon; sceau; étiquette logo; marque; marque déposée
Warenzeichen dénomination commerciale; label; marque; marque de fabrique; marque déposée; poinçon; sceau; étiquette marque

Synoniemen voor "label":