Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
Provider:
-
Wiktionary:
Provider → fournisseur d'accès, pourvoyeur -
Synoniemen voor "Provider":
Anbieter; Lieferant; Versorger
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Provider (Duits) in het Frans
Provider:
Synoniemen voor "Provider":
Wiktionary: Provider
Provider
noun
-
im engeren Sinne: Anbieter, der Telekommunikations-Dienstleistungen, insbesondere Internetzugang, bereitstellt
- Provider → fournisseur d'accès; pourvoyeur
Frans
Uitgebreide vertaling voor Provider (Frans) in het Duits
Provider: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pro: für; pro; Profi
- vider: leeren; entleeren; ausheben; herausnehmen; ausräumen; ausleeren; stürzen; schütten; ausschütten; ausgießen; ausnehmen; plündern; auspressen; leermachen; ausplündern; löschen; abgeben; entladen; ablassen; ausladen; benutzen; verbrauchen; konsumieren; austrinken; leer pumpen; auspumpen; leer trinken; auslegen; ausschenken; ausscheiden; auswerfen
- évider: aushöhlen; auskehlen; austiefen