Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Putz

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Putz

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Putz:
- plâtre; mortier; décoration; embellissement; parure; ornement; ornementation
Wiktionary:
- Putz → plâtre
- Putz → plâtre, enduit

Duits

Uitgebreide vertaling voor Putz (Duits) in het Frans

Putz:

Putz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Putz (Stuck; Kalk; Gips)
le plâtre; le mortier
- plâtre [le ~] zelfstandig naamwoord
- mortier [le ~] zelfstandig naamwoord
der Putz (Aufscchmuck; Schmuck)
la décoration; l'embellissement; la parure; l'ornement; l'ornementation
- décoration [la ~] zelfstandig naamwoord
- embellissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- parure [la ~] zelfstandig naamwoord
- ornement [le ~] zelfstandig naamwoord
- ornementation [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Putz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
décoration	Aufscchmuck; Putz; Schmuck	Aufschmücken; Ausschmückung; Ausstattung; Bändchen; Charaktereigenschaft; Charakteristik; Dekoration; Dekorieren; Eigenschaft; Einrichtung; Orden; Ordenszeichen; Schmücken; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheidungszeichen; Unterscheinungszeichen; Verzierung; Zeichen
embellissement	Aufscchmuck; Putz; Schmuck	Ausschmückung; Dekorieren; Girlande; Orden; Schmücken; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen; Verschönerung; Verzierung
mortier	Gips; Kalk; Putz; Stuck	Ball Reis; Heftpflaster; Kalk; Kleifplaster; Maurerkalk; Mörser; Mörtel; Plaster; Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge; Zementuntergrund
ornement	Aufscchmuck; Putz; Schmuck	Ausschmückung; Girlande; Juwel; Orden; Ordenszeichen; Ornament; Randsteuerelement; Schmuck; Schmuckstück; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen; Verzierung; Zierat
ornementation	Aufscchmuck; Putz; Schmuck	Ausschmückung; Dekorieren; Orden; Ordenszeichen; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen; Verzierung
parure	Aufscchmuck; Putz; Schmuck	Ausschmückung; Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Ordenszeichen; Schmuck; Schmuckstein; Schmuckstück; Verzierung; Zierat
plâtre	Gips; Kalk; Putz; Stuck	Abdruck; Form; Gips; Gipsarbeit; Gipsbinde; Gipsverband; Guß; Heftpflaster; Kalk; Kleifplaster; Plaster; Stuckarbeit

Synoniemen voor "Putz":

Aufputz; Verputz
Aufmachung; Ausstaffierung; Ausstattung

Wiktionary: Putz

Putz

noun

Wandverkleidung aus Gips und Mörtel
- Putz → plâtre

Putz

noun

(familier, fr) gypse qui se trouver par couches dans le sein de la terre.
- plâtre → Gips; Putz

Cross Translation:

From	To	Via
• Putz	→ plâtre; enduit	↔ plaster — mixture for coating