Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Rachsucht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rachsucht (Duits) in het Frans

Rachsucht:

Rachsucht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rachsucht
    le soif de vengeance; la rancune; la rancoeur; le ressentiment; le désir de vengeance

Vertaal Matrix voor Rachsucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
désir de vengeance Rachsucht
rancoeur Rachsucht Arger; Erregbarkeit; Gereiztheit; Groll; Irritation; Rachegefühl; Reizbarkeit; Unmut; Unwille; Verbitterung; Verdrießlichkeit; Verdruß; Verdrüsse; Verstimmung; Verärgerung; Ärger; Ärgernis
rancune Rachsucht Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Haß; Nachtragendheit; Rachegefühl; Ressentiment; Verbitterung
ressentiment Rachsucht Animosität; Eifersucht; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Jalousie; Mißgunst; Nachtragendheit; Neid; Ressentiment
soif de vengeance Rachsucht

Wiktionary: Rachsucht

Rachsucht
noun
  1. Ressentiment tenace, sentiment profond de mal-être, ...