Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Raucher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Raucher (Duits) in het Frans

Raucher:

Raucher [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Raucher
    le fumeurs
    • fumeurs [le ~] zelfstandig naamwoord

Raucher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Raucher
    le fumeur
    • fumeur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Raucher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fumeur Raucher
fumeurs Raucher

Wiktionary: Raucher

Raucher
noun
  1. Person, die (regelmäßig) Tabak inhalieren
Raucher
noun
  1. Celui qui fume du tabac etc.

Cross Translation:
FromToVia
Raucher fumeur; fumeuse smoker — person who smokes tobacco habitually