Ruf: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Ruf:
- réputation; notoriété; considération; renommée; prestige; appel; cri; cris; nom; exclamation; hurlement; convocation; bonne réputation; attrait
Wiktionary:
- Ruf → offre de nomination, appel, réputation, image
- Ruf → appel, cri, chant, nom, renom, réputation, renommée

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ruf (Duits) in het Frans

Ruf:

Ruf [der ~] zelfstandig naamwoord

der Ruf (Ehre; Name)
la réputation; la notoriété; la considération; la renommée; le prestige
- réputation [la ~] zelfstandig naamwoord
- notoriété [la ~] zelfstandig naamwoord
- considération [la ~] zelfstandig naamwoord
- renommée [la ~] zelfstandig naamwoord
- prestige [le ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Renommee)
la renommée
- renommée [la ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Rufen; Schrei; Schreien)
l'appel; le cri; le cris
- appel [le ~] zelfstandig naamwoord
- cri [le ~] zelfstandig naamwoord
- cris [le ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Reputation; Name; Schrei; Ehre)
le nom; la réputation; le prestige; la notoriété
- nom [le ~] zelfstandig naamwoord
- réputation [la ~] zelfstandig naamwoord
- prestige [le ~] zelfstandig naamwoord
- notoriété [la ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Schrei; Ausruf)
le cri; l'exclamation; l'hurlement
- cri [le ~] zelfstandig naamwoord
- exclamation [la ~] zelfstandig naamwoord
- hurlement [le ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Aufruf)
la convocation; l'appel
- convocation [la ~] zelfstandig naamwoord
- appel [le ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Reputation)
la bonne réputation
- bonne réputation [la ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Stimme)
l'appel
- appel [le ~] zelfstandig naamwoord
der Ruf (Lockruf; Schrei; Schreien; Rufen; Lockpfeife; Lockton)
l'appel; l'attrait
- appel [le ~] zelfstandig naamwoord
- attrait [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ruf:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appel	Aufruf; Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien; Stimme	Abberufen; Anruf; Anrufen; Anrufung; Ansprache; Apell; Appell; Appellieren; Aufforderung; Aufruf; Ausrufen; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Berufung; Botschaft; Erwähnung; Information; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung; Weckruf; Weggerufen
attrait	Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien	Anmut; Anziehen; Anziehung; Betören; Bezauberung; Charme; Grazie; Lieblichkeit; Liebreiz; Reiz; Ruck; Scharm; Strackziehen; Verführung; Verlockendheit; Versuchung; Zauber
bonne réputation	Reputation; Ruf
considération	Ehre; Name; Ruf	Abwägen; Abwägung; Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Ansehen; Beachtung; Bedenken; Besinnung; Ehrerbietung; Ehrfurcht; Erwägen; Erwägung; Grübelei; Grübeln; Hochachtung; Meditation; Nachdenken; Nachsinnen; Prestige; Reflexion; Respekt; Schonung; Schätzung; Verschonung; Wertung; Werturteil; Würdigung; Überlegung
convocation	Aufruf; Ruf	Aufforderung; Aufruf; Ausrufen; Bekanntmachung; Einberufung; Schreiben; Zusammenrufung; schriftliche Aufforderung
cri	Ausruf; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien	Kampfruf; Kriegsruf
cris	Ruf; Rufen; Schrei; Schreien	Gebrüll; Gekreisch; Geschmetter; Geschrei; Johlen; Schmettern; Schreien; Slogans; Sprüche; Wahlsprüche
exclamation	Ausruf; Ruf; Schrei
hurlement	Ausruf; Ruf; Schrei	Gebrüll; Gegröle; Geheule; Gejohle; Gekreisch; Gepolter; Geschimpfe; Geschrei; Getobe; Getöse; Johlen; Kampfruf; Kreischen; Kriegsruf; Mordsgeschrei; Schreien; Spektakel; Windgetöse; Windheulen; Zetergeschrei
nom	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Aufstellung; Ausdruck; Bezeichnung; Ernennung; Nachname; Name; Nennwort; Nomen; Substantiv
notoriété	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Bekanntgabe; Bekanntmachung; Meldung; Mitteilung; Ruchbarkeit; Verlautbarung
prestige	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Ansehen; Großartigkeit; Herrlichkeit; Pracht; Prestige; Stattlichkeit; Stolz
renommée	Ehre; Name; Renommee; Ruf	Berühmtheit; Ruhm
réputation	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Bekanntheit; Ehre; Ehrgefühl; Reputationen; Stolz

Synoniemen voor "Ruf":

Ausruf; Schrei
Ansehen; Bild; Image; Leumund; Namen; Prestige; Renommee; Reputation; Stellung

Wiktionary: Ruf

Ruf

noun

eine Aufforderung, beispielsweise einen Platz einzunehmen oder etwas zu tun
- Ruf → offre de nomination; appel
das Ansehen, das jemand bei anderen hat
- Ruf → réputation; image
ein Laut, der an jemanden adressiert ist
- Ruf → appel

Ruf

noun

Action d'appeler par la voix, par un geste ou par tout autre signal.
- appel → Ruf
opinion bonne ou mauvaise au sujet d'une personne ou d’une chose.
- réputation → Ansehen; Reputation; Ruf; Renommee; Berühmtheit; Glorie; Fama; Gerücht

Cross Translation:

From	To	Via
• Ruf	→ appel; cri	↔ call — cry or shout
• Ruf	→ chant; cri	↔ call — characteristic cry of a bird or other animal
• Ruf	→ appel	↔ call — beckoning or summoning
• Ruf	→ nom	↔ name — reputation
• Ruf	→ renom	↔ renown — Fame or wide recognition
• Ruf	→ réputation; renommée	↔ reputation — what somebody is known for
• Ruf	→ réputation	↔ repute — reputation, especially a good reputation
• Ruf	→ cri; appel	↔ roep — een vrij harde klank geproduceerd met stemgeluid
• Ruf	→ réputation; renommée	↔ reputatie — de manier waarop iemand bekend is
• Ruf	→ nom	↔ naam — bekendheid, reputatie
• Ruf	→ renommée	↔ faam — reputatie

Remove Ads

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Ruf

Uitgebreide vertaling voor Ruf (Duits) in het Frans

Ruf:

Ruf [der ~] zelfstandig naamwoord

der Ruf (Ehre; Name)

der Ruf (Renommee)

der Ruf (Rufen; Schrei; Schreien)

der Ruf (Reputation; Name; Schrei; Ehre)

der Ruf (Schrei; Ausruf)

der Ruf (Aufruf)

der Ruf (Reputation)

der Ruf (Stimme)

der Ruf (Lockruf; Schrei; Schreien; Rufen; Lockpfeife; Lockton)

Vertaal Matrix voor Ruf:

Synoniemen voor "Ruf":

Wiktionary: Ruf