Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Säure:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Säure (Duits) in het Frans

Säure:

Säure [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Säure
    l'acidité; l'aigreur; la teneur en acide
  2. die Säure
    l'acide
    • acide [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Säure (Sauer)
    l'acide; l'acidité; l'aigreur; la teneur en acide

Vertaal Matrix voor Säure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acide Sauer; Säure
acidité Sauer; Säure Sauertöpfigkeit
aigreur Sauer; Säure Animosität; Bissigkeit; Bitterkeit; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Groll; Heftigkeit; Knauserei; Nachtragendheit; Rauhheit; Ressentiment; Schneidigkeit; Schnippigkeit; Schärfe; Spitzigkeit; Stachlichkeit; Unwirtlichheit; Verbitterung
teneur en acide Sauer; Säure Säuregehalt; Säuregrad
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acide abfällig; abschätzig; bitter; bitterlich; herb; höhnisch; sauer; sauer schmeckend; schmählich; verspottend

Synoniemen voor "Säure":

  • saure Lösung; Chemikalie

Wiktionary: Säure

Säure
noun
  1. chemische Verbindung, die im Zuge einer Säure-Base-Reaktion Protonen abgeben kann
Säure
noun
  1. chimie|fr (vieilli) ou (familier, fr) liquide chimiquement capable d'attaquer et de dissoudre les métaux, voire certaines roches.

Cross Translation:
FromToVia
Säure acide acid — a sour substance
Säure acide acid — in chemistry
Säure acide zuur — zure vloeistof

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Säure