Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Schuft

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Schuft

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Schuft:
  2. schuften:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schuft (Duits) in het Frans

Schuft:

Schuft [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schuft (Dreckskerl; Halunke; Lump; Grobian; Schurke)
    le chien; le salopard; le salop; le con; la canaille; la crapule; le méchant; le salaud
    • chien [le ~] zelfstandig naamwoord
    • salopard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • salop [le ~] zelfstandig naamwoord
    • con [le ~] zelfstandig naamwoord
    • canaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • crapule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • méchant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • salaud [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schuft (Rüpel; ungehobelte Klotz; Tölpel; )
    le nigaud; l'imbécile; le plouc; le dadais; la cruche
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [le ~] zelfstandig naamwoord
    • plouc [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dadais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cruche [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schuft (Dreckskerl; Sack; Lump; Grobian)
    le salopard; le con; le rustre
    • salopard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • con [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rustre [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Schuft (Flegel; Dreckskerl; Prolet; )
    le lourdaud
  5. der Schuft (elende Kerl; Giftnudel; Luder; )
    le coquin; le misérable; la charogne; le casse-cul; l'emmerdeur; le sale type; la canaille
  6. der Schuft (Schurke)
    la canaille
  7. der Schuft (Dreckskerl; Grobian; Sack)
    l'andouille; le salopard; le con
    • andouille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • salopard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • con [le ~] zelfstandig naamwoord
  8. der Schuft (Flegel; Lümmel; Racker; )
    le voyou; le petit vilain; le vaurien; le polisson; le garnement; le malappris; le petit brigand
  9. der Schuft (Schurke; Kriminelle; Gauner; )
    le coquin; le voyou; la canaille; le malfrat; le vaurien; le criminel; le fripon; le sacripant; la polissonne; le truand; le brigand; le jeune délinquant; le polisson; le scélérat; le délinquant; la crapule; le garnement; la fripouille; le bandit; le gredin; le mauvais garnement
  10. der Schuft (Schlamper; Schluderer; Schlampe; Lump; Schluderjan)
    le nonchalant; le négligent

Vertaal Matrix voor Schuft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andouille Dreckskerl; Grobian; Sack; Schuft Dreckskerl; Pfuscher; Schuster; Stümper
bandit Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Angreifer; Bandit; Bösewicht; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lump; Possenreißer; Racker; Schurke; Spitzbube; Straßenräuber; Unhold; Verbrecher; Wegelagerer; Übeltäter; überfaller
brigand Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Angreifer; Bandit; Bösewicht; Dieb; Einbrecher; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Gauner; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Lump; Lumpenkerl; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Straßenräuber; Strick; Taugenichts; Unhold; Wegelagerer; Widerling; geriebeneKerl; Übeltäter; überfaller
canaille Aas; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Grobian; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Widerling; elende Kerl; Übeltäter Abschaum; Angelgerät; Ausschuß; Auswurf; Brut; Canaille; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Gelichter; Geschirr; Gesindel; Gezücht; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Kanaille; Lausbube; Lump; Lumpengesindel; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Mob; Pack; Plebs; Pöbel; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schelme; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schund; Schurken; Schweinigel; Sippschaft; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Weibsstück; Widerling; Zeug; geriebeneKerl; hinterlistige Person
casse-cul Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Bummelant; Dreckskerl; Drückeberger; Drückebergerin; Ekel; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Giftnudel; Griesgram; Meckerer; Meckerfritze; Müßiggänger; Nichtsnutz; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler; Sabberer; Taugenichts; gescheiterte Existenz
charogne Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Aas; Fischweib; Hexe; Hündin; Kram; Luder; Rommel; Schlange; Schreckschraube; Schweinerei; Trulla; Weib; falsches Ding; hinterlistiges Ding
chien Dreckskerl; Grobian; Halunke; Lump; Schuft; Schurke Hund; Hundchen
con Dreckskerl; Grobian; Halunke; Lump; Sack; Schuft; Schurke Arschloch; Bummelant; Dreckskerl; Drückeberger; Drückebergerin; Ekel; Faulenzer; Faulpelz; Ferkel; Flasche; Flegel; Fotze; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Miststück; Mistweib; Muschi; Müßiggänger; Nichtsnutz; Penis; Pflaume; Pimmel; Rute; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schwanz; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Weibsstück; Widerling; geriebeneKerl; gescheiterte Existenz
coquin Aas; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Widerling; elende Kerl; Übeltäter Bandit; Bengel; Bösewicht; Dreckskerl; Flegel; Frechdachs; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hundsfott; Lausbube; Lausejunge; Lump; Lumpenkerl; Lümmel; Possenreißer; Racker; Rüpel; Schalk; Schalke; Schelm; Schlingel; Schurke; Spitzbube; Straßenjunge; Taugenichts; Unhold; Übeltäter
crapule Dreckskerl; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Grobian; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Lump; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Luder; Lump; Lumpenkerl; Miststück; Mistweib; Schalk; Schelm; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Weibsstück; Widerling; falsches Ding; geriebeneKerl; hinterlistige Person; hinterlistiges Ding
criminel Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Bandit; Bösewicht; Frevler; Kriminelle; Lump; Unhold; Verbrecher; Übeltäter
cruche Dreckskerl; Fittich; Lump; Lümmel; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Flasche; Gießer; Kanne; Karaffe; Krug; Krüge; Kännchen; Schenkkanne; Wärmflasche
dadais Dreckskerl; Fittich; Lump; Lümmel; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Schlemihl; Schwächling
délinquant Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Possenreißer; Racker; Schurke; Spitzbube; Verbrecher
emmerdeur Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Bummelant; Dreckskerl; Drückeberger; Drückebergerin; Ekel; Faselhans; Faseltante; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Griesgram; Haarspalter; Korinthenkacker; Meckerer; Meckerfritze; Müßiggänger; Nichtsnutz; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Plapperer; Quatschkopf; Quengler; Sabberer; Taugenichts; gescheiterte Existenz
fripon Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Hundsfott; Lausbube; Lumpenkerl; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schlingel
fripouille Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Lausbube; Lump; Lumpenkerl; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
garnement Bengel; Flegel; Frechdachs; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Grobian; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Nichtsnutz; Racker; Rüpel; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Schurke; Straßenjunge; Taugenichts
gredin Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Ekel; Ferkel; Flegel; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Lausbube; Lump; Lumpenkerl; Possenreißer; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
imbécile Dreckskerl; Fittich; Lump; Lümmel; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Armleuchter; Blödian; Blödmann; Depp; Dreckskerl; Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Dussel; Einfallspinsel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Geisteskranke; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kalbskopf; Kauz; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Schwachköpfchen; Schwachsinnige; Spaßvogel; Strohkopf; Strohköpfchen; Stümper; Tollkopf; Tor; Tropf; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Wahnsinnige; dummer August; reinrassiger Idiot
jeune délinquant Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
lourdaud Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Bauerntölpel; ungeschliffener Kerl
malappris Bengel; Flegel; Frechdachs; Grobian; Halunke; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch Rabauke; Rüpel
malfrat Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Possenreißer; Racker; Schurke; Spitzbube; Verbrecher
mauvais garnement Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Kriminelle; Lausbube; Nichtsnutz; Racker; Schalk; Schelm; Scheusal; Schlingel; Schuft; Schurke; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Übeltäter
misérable Aas; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Luder; Lump; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl Arme; Bummelant; Bummler; Dreckskerl; Drückeberger; Drückebergerin; Ekel; Faulenzer; Faulpelz; Ferkel; Flasche; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lausbub; Lump; Müßiggänger; Nichtsnutz; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schweinigel; Sclappschwanz; Spitzbube; Stinker; Strick; Tagedieb; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl; gescheiterte Existenz
méchant Dreckskerl; Grobian; Halunke; Lump; Schuft; Schurke Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Schurke; Straßenjunge; Taugenichts
nigaud Dreckskerl; Fittich; Lump; Lümmel; Rüpel; Schuft; Stiesel; Tölpel; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl Armleuchter; Blöde; Depp; Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Geisteskranke; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kormoran; Kuh; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Schwachköpfchen; Spaßvogel; Strohkopf; Strohköpfchen; Stümper; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Wahnsinnige; dumme Nuß; dummer August
nonchalant Lump

Synoniemen voor "Schuft":


Wiktionary: Schuft

Schuft
noun
  1. péjoratif|fr (term, Collectif) vil populace.
  2. Personne malfaisante, dénuée de toute valeur morale, ne méritant aucune considération.

schuften:

schuften werkwoord (schufte, schuftst, schuft, schuftete, schuftetet, geschuft)

  1. schuften (schwer arbeiten)
    travailler dur; se tuer à la tâche; surmener; peiner; trimer
    • travailler dur werkwoord
    • surmener werkwoord (surmène, surmènes, surmenons, surmenez, )
    • peiner werkwoord (peine, peines, peinons, peinez, )
    • trimer werkwoord (trime, trimes, trimons, trimez, )
  2. schuften (sich abmühen; sich plagen; sich abrackern)
    travailler dur; besogner; se crever au travail; se tuer à la tâche; s'en mettre plein la lampe; faire bien des efforts
  3. schuften (sich abrackern; sich abarbeiten; sich abmühen)
    épuiser; besogner; peiner; se tuer
    • épuiser werkwoord (épuise, épuises, épuisons, épuisez, )
    • besogner werkwoord (besogne, besognes, besognons, besognez, )
    • peiner werkwoord (peine, peines, peinons, peinez, )
    • se tuer werkwoord
  4. schuften (abrackern; sich abschinden; abmühen; sich abrackern)
    se donner du mal; s'evertuer
  5. schuften (durchgreifen; schwer arbeiten)
    bien s'y prendre; travailler à fond; faire bien des efforts
  6. schuften (schnelllaufen; rennen; laufen; )
    courir; faire de la course; sprinter; se ruer; se précipiter; filer; galoper
    • courir werkwoord (cours, court, courons, courez, )
    • faire de la course werkwoord
    • sprinter werkwoord (sprinte, sprintes, sprintons, sprintez, )
    • se ruer werkwoord
    • se précipiter werkwoord
    • filer werkwoord (file, files, filons, filez, )
    • galoper werkwoord (galope, galopes, galopons, galopez, )
  7. schuften (streng behandeln; büffeln; schinden; durchgreifen)
    entreprendre; traiter sévère
    • entreprendre werkwoord (entreprends, entreprend, entreprenons, entreprenez, )
    • traiter sévère werkwoord

Conjugations for schuften:

Präsens
  1. schufte
  2. schuftst
  3. schuft
  4. schuften
  5. schuft
  6. schuften
Imperfekt
  1. schuftete
  2. schuftetest
  3. schuftete
  4. schufteten
  5. schuftetet
  6. schufteten
Perfekt
  1. habe geschuft
  2. hast geschuft
  3. hat geschuft
  4. haben geschuft
  5. habt geschuft
  6. haben geschuft
1. Konjunktiv [1]
  1. schufte
  2. schuftest
  3. schufte
  4. schuften
  5. schuftet
  6. schuften
2. Konjunktiv
  1. schuftete
  2. schuftetest
  3. schuftete
  4. schufteten
  5. schuftetet
  6. schufteten
Futur 1
  1. werde schuften
  2. wirst schuften
  3. wird schuften
  4. werden schuften
  5. werdet schuften
  6. werden schuften
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schuften
  2. würdest schuften
  3. würde schuften
  4. würden schuften
  5. würdet schuften
  6. würden schuften
Diverses
  1. schuft!
  2. schuftet!
  3. schuften Sie!
  5. geschuft
  6. schuftend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schuften:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprinter Jogger; Läufer; Schnelläufer; Sprinter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besogner schuften; sich abarbeiten; sich abmühen; sich abrackern; sich plagen
bien s'y prendre durchgreifen; schuften; schwer arbeiten
courir eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen aufjagen; auftreiben; eilen; ein Rennen fahren; einRennenfahren; erbeuten; ernähren; füttern; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnell laufen; speisen; verpflegen; wetzen
entreprendre büffeln; durchgreifen; schinden; schuften; streng behandeln anfangen; anheben; aufnehmen; beginnen; einsetzen; halten; in die Hände nehmen; starten
faire bien des efforts durchgreifen; schuften; schwer arbeiten; sich abmühen; sich abrackern; sich plagen gründlich arbeiten
faire de la course eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen ein Rennen fahren; galoppieren; rennen
filer eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen Laufmaschen bekommen; ausbrechen; ausreißen; ausrücken; aussteigen; davoneilen; davonlaufen; desertieren; durchbrennen; durchgehen; eilen; entfahren; entfallen; entfliehen; entkommen; entrinnen; entschlüpfen; entweichen; entwischen; fliehen; flüchten; fortlaufen; fortrennen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rennen; schattieren; schnell laufen; sehr früh abhouwen; surren; von zu Hause ausreißen; weglaufen; wegrennen; wetzen
galoper eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rennen; schnell laufen; wetzen
peiner schuften; schwer arbeiten; sich abarbeiten; sich abmühen; sich abrackern brüten; grübeln; hin und her überlegen; nachdenken
s'en mettre plein la lampe schuften; sich abmühen; sich abrackern; sich plagen
s'evertuer abmühen; abrackern; schuften; sich abrackern; sich abschinden
se crever au travail schuften; sich abmühen; sich abrackern; sich plagen
se donner du mal abmühen; abrackern; schuften; sich abrackern; sich abschinden
se précipiter eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen anfallen; angreifen; anstürmen; beeilen; belagern; bestürmen; eilen; einfliegen; einstürmen; fangen; fegen; galoppieren; hasten; herabstürzen; hereinbrechen; hereinfliegen; hetzen; hineinfliegen; jagen; laufen; rennen; sich beeilen; springen; sprinten; spritzen; sputen; stürmen; stürzen; tragen; wetzen
se ruer eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen anfallen; angreifen; anstürmen; belagern; bestürmen
se tuer schuften; sich abarbeiten; sich abmühen; sich abrackern
se tuer à la tâche schuften; schwer arbeiten; sich abmühen; sich abrackern; sich plagen
sprinter eilen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rasen; rennen; schnelllaufen; schuften; springen; sprinten; spritzen; spurten; stürzen; traben; wettlaufen; wetzen galoppieren; hetzen; rasen; rennen; spurten
surmener schuften; schwer arbeiten
traiter sévère büffeln; durchgreifen; schinden; schuften; streng behandeln
travailler dur schuften; schwer arbeiten; sich abmühen; sich abrackern; sich plagen
travailler à fond durchgreifen; schuften; schwer arbeiten
trimer schuften; schwer arbeiten brüten; grübeln; hin und her überlegen; nachdenken
épuiser schuften; sich abarbeiten; sich abmühen; sich abrackern ausdünnen; auspumpen; benutzen; dezimieren; entkräften; entwalden; erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; erschöpfen; fertigmachen; konsumieren; schwach werden; schwächer werden; verbrauchen; verdursten; verringern

Synoniemen voor "schuften":


Wiktionary: schuften

schuften
verb
  1. Rendre malade
Cross Translation:
FromToVia
• schuften → travailler ↔ toil — to labour, to work




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1188 seconde
Page rendered in 1.0 seconds