Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Turm:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Turm (Duits) in het Frans

Turm:

Turm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Turm
    la tourelle; la tour
    • tourelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tour [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Turm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tour Turm Ausflug; Behendigkeit; Bummel; Drechselbank; Drehbank; Drehung; Dreistigkeit; Erfahrung; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Exkursion; Fahrt; Flausen; Fußwanderung; Gastspielreise; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Hochhaus; Hochhäuser; Kapriole; Kettenring; Kniff; Kreis; Kunstgriff; Lehrausflug; List; Partie; Passage; Pfiffigkeit; Reise; Ring; Rotation; Route; Runde; Rundfahrt; Rundgang; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Scherz; Schlauheit; Schloßturm; Schulausflug; Schäkerei; Seereise; Spazieren; Spazierfahrt; Spaziergang; Spaß; Spaßen; Spiel; Spielchen; Spitzfindigkeit; Spritzfahrt; Späßchen; Strecke; Streich; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Teilstrecke; Tour; Tournee; Trick; Ulk; Umdrehung; Umgang; Umwälzung; Verkehr; Witzigkeit; Wolkenkratzer; Zirkel; Zyklus; kleine Wanderung; lästige Arbeit; seine Runde machen; Überfahrt
tourelle Turm Geschützturm; Geschütztürme; Revolverkopf

Synoniemen voor "Turm":


Wiktionary: Turm

Turm
noun
  1. Architektur: Gebäudeteil
  2. Architektur: hohes, schlankes, freistehendes Gebäude
  3. Spielfigur beim Schach
Turm
noun
  1. (architecture) Construction élevée, cylindrique, carrée ou polygonale
  2. Pièce du jeu d’échecs

Cross Translation:
FromToVia
Turm tour rook — chesspiece
Turm tour tower — structure