Zerrung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zerrung (Duits) in het Frans

die Zerrung (Verrenkung; Verstauchung)
le déboîtement; la désarticulation; la luxation
- déboîtement [le ~] zelfstandig naamwoord
- désarticulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- luxation [la ~] zelfstandig naamwoord
die Zerrung (Verstauchung; Verrenkung)
la foulure; la luxation; la dislocation; le déboîtement; la désarticulation
- foulure [la ~] zelfstandig naamwoord
- luxation [la ~] zelfstandig naamwoord
- dislocation [la ~] zelfstandig naamwoord
- déboîtement [le ~] zelfstandig naamwoord
- désarticulation [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dislocation	Verrenkung; Verstauchung; Zerrung	Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung
déboîtement	Verrenkung; Verstauchung; Zerrung	Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung
désarticulation	Verrenkung; Verstauchung; Zerrung	Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung
foulure	Verrenkung; Verstauchung; Zerrung	Muskelzerrung
luxation	Verrenkung; Verstauchung; Zerrung	Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung

Distorsion; Distorsion des oberen Sprunggelenks; Verstauchung; Blessur; Körperverletzung; Läsion; Trauma; Verletzung; Verwundung

Zerrung

noun

Medizin: Eine durch direkte oder indirekte Gewalteinwirkung oder Überbeanspruchung des Bewegungsapparates ausgelöste, schmerzhafte Überdehnung der Bänder, Sehnen oder Muskeln, die noch nicht zu einer mechanischen Zerstörung geführt hat.
- Zerrung → distension; froissement; claquage