Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Zuhörer

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Zuhörer

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Zuhörer:
- écouteur; auditeur
Wiktionary:
- Zuhörer → auditeur
- Zuhörer → auditrice, auditeur, écouteur, écouteuse

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zuhörer (Duits) in het Frans

Zuhörer:

Zuhörer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zuhörer (Hörer)
l'écouteur; l'auditeur
- écouteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- auditeur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Zuhörer
l'auditeur
- auditeur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zuhörer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auditeur	Hörer; Zuhörer	Auditor; Bilanzprüfer; Konzertbesucher; Rechnungsprüfer; Steuerprüfer; Wirtschaftsprüfer
écouteur	Hörer; Zuhörer	Kopfhörer; Telefonhörer

Synoniemen voor "Zuhörer":

Hörer; Publikum; Zuhörerschaft

Wiktionary: Zuhörer

Zuhörer

noun

Celui, celle qui écoute un discours, une lecture, un récit, une leçon, une exécution musicale, etc.
- auditeur → Zuhörer; Lauscher; Hörer; Hörender

Cross Translation:

From	To	Via
• Zuhörer	→ auditrice; auditeur; écouteur; écouteuse	↔ listener — someone who listens