Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Abfeuern:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abfeuern (Duits) in het Frans

abfeuern:


Synoniemen voor "abfeuern":


Wiktionary: abfeuern

abfeuern
verb
  1. einen Schuss abgeben
abfeuern
verb
  1. (vieilli) diviser en plusieurs parts. On ne l’emploie plus, en ce sens, que dans cette phrase :

Cross Translation:
FromToVia
abfeuern tirer fire — transitive: to shoot

Abfeuern:

Abfeuern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abfeuern (Schießen)
    le tirs; le meurtre; la chasse; le feu
    • tirs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • meurtre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chasse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • feu [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Abfeuern (Abschießen; Beschießung)
    l'acte de shooter; le tir

Vertaal Matrix voor Abfeuern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acte de shooter Abfeuern; Abschießen; Beschießung
chasse Abfeuern; Schießen Jagd; Jagdexpedition; Jagdpartie; Jagdsaison; Jagdzeit; Treiben; verfolgung
feu Abfeuern; Schießen Ampel; Begeisterung; Bissigkeit; Brand; Brunst; Eifer; Enthusiasmus; Feuer; Feuerchen; Feuermeer; Feuersbrunst; Flamme; Flammenmeer; Glut; Grimmigkeit; Heftigkeit; Hitze; Inbrunst; Intensität; Kaminfeuer; Leidenschaft; Leidenschaftlichkeit; Passion; Schärfe; Signal; Stachlichkeit; Stärke; Ungestüm; Verkehrsampel; Verkehrslicht; Wärme; kleines Feuer
meurtre Abfeuern; Schießen Execution; Mord; Mordtat; Totschlag; liquidation
tir Abfeuern; Abschießen; Beschießung Beschießung
tirs Abfeuern; Schießen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feu seliger; verstorbener

Verwante vertalingen van abfeuern