Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: berauben

Duitse en Franse zoekresultaten voor: berauben

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

berauben:
- Wiktionary:
  berauben → déposséder, dévaliser, ravir
  berauben → dénuer, priver, dérober
- Synoniemen voor "berauben":
  abziehen; ausrauben; beklauen; bestehlen; überfallen

Duits

Uitgebreide vertaling voor berauben (Duits) in het Frans

berauben: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

über: au-delà; au-dessus; par-dessus; dessus; au dessus
außen: extérieur; externe; extérieurement; de l'extérieur

berauben:

Synoniemen voor "berauben":

abziehen; ausrauben; beklauen; bestehlen; überfallen

Wiktionary: berauben

berauben

verb

priver de la possession d’une chose.
- déposséder → berauben; enteignen
dépouiller quelqu’un de son argent, de ses effets, etc.
- dévaliser → ausplündern; berauben
enlever de force, emporter avec violence.
- ravir → anmuten; bezaubern; entzücken; verzücken; rauben; berauben; plündern

Cross Translation:

From	To	Via
• berauben	→ dénuer; priver	↔ deprive — take something away; deny someone of something
• berauben	→ dérober	↔ beroven — iemand met geweld zijn bezit ontnemen