Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: fremdgehen

Duitse en Franse zoekresultaten voor: fremdgehen

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

fremd gehen:
- induire en erreur; tromper
Wiktionary:
- fremdgehen → être infidèle
- fremdgehen → tromper

Duits

Uitgebreide vertaling voor fremdgehen (Duits) in het Frans

fremdgehen:

Synoniemen voor "fremdgehen":

betrügen; eine Affäre haben; einen Seitensprung machen; untreu sein
Hörner aufsetzen

Wiktionary: fremdgehen

fremdgehen

verb

(intransitiv) (umgangssprachlich) seinem Partner sexuell untreu sein
- fremdgehen → être infidèle

Cross Translation:

From	To	Via
• fremdgehen	→ tromper	↔ cheat — being unfaithful

Fremdgehen:

Synoniemen voor "Fremdgehen":

Affäre; Bettgeschichte; Fickbeziehung; Gspusi; Liaison; Liebelei; Liebesaffäre; Liebesverhältnis; Liebschaft; Seitensprung; Techtelmechtel; Verhältnis

fremd gehen:

fremd gehen werkwoord

fremd gehen (betrügen; hintergehen)
induire en erreur; tromper
- induire en erreur werkwoord
- tromper werkwoord (trompe, trompes, trompons, trompez, trompent, trompais, trompait, trompions, trompiez, trompaient, trompai, trompas, trompa, trompâmes, trompâtes, trompèrent, tromperai, tromperas, trompera, tromperons, tromperez, tromperont)

Vertaal Matrix voor fremd gehen:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
induire en erreur	betrügen; fremd gehen; hintergehen	hinters Licht führen; irreführen; täuschen
tromper	betrügen; fremd gehen; hintergehen	Vertrauen mißbrauchen; abgrenzen; abstecken; abzäunen; aufziehen; ausnehmen; begaunern; begrenzen; bemogeln; bescheißen; beschummeln; beschwindeln; beschämen; betrügen; einhegen; einzäunen; enttäuschen; festlegen; foppen; fälschen; hereinlegen; hintergehen; hinters Licht führen; imitieren; irreführen; nachbilden; nachmachen; neppen; prellen; trassieren; umzäunen; verarschen; verfälschen; verladen; vervielfältigen; übertölpeln; übervorteilen