Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: privat

Duitse en Franse zoekresultaten voor: privat

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

privat:
- privé; personnel; en privé; personnellement; masqué; Privé
Privat:
- Personnel; Domicile
- Personnel; Famille et amis
Wiktionary:
- privat → privé, en privé
- privat → privé, privée, personnel, personnelle

Duits

Uitgebreide vertaling voor privat (Duits) in het Frans

privat:

privat bijvoeglijk naamwoord

privat (geschlossen; persönlich)
privé; personnel; en privé; personnellement
- privé bijvoeglijk naamwoord
- personnel bijvoeglijk naamwoord
- en privé bijvoeglijk naamwoord
- personnellement bijvoeglijk naamwoord
privat
privé
- privé bijvoeglijk naamwoord
privat (Anonym)
masqué; Privé
- masqué bijvoeglijk naamwoord
- Privé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor privat:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
personnel		Angestellten; Arbeitskraft; Bedienung; Bewirtschaftung; Lenkung; Personal; Steuerung; Steuervorrichtung
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Privé	Anonym; privat
masqué	Anonym; privat	Inkognito; ausgeblendet; maskiert; verborgen; verhohlen; verschleiert; versteckt
privé	geschlossen; persönlich; privat	arm; bedürftig; eigen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
en privé	geschlossen; persönlich; privat	drinnen; im Hause; innen
personnel	geschlossen; persönlich; privat	personenabhängig; persönlich; relativ gesehen; subjectiv
personnellement	geschlossen; persönlich; privat	eigenhändig; persönlich

Synoniemen voor "privat":

Personal...; persönlich
nicht öffentlich

Wiktionary: privat

privat

adjective

familiär, intern, und nicht öffentlich
- privat → privé
eine einzelne Person betreffend, im Gegensatz zu allgemeinen Bereichen der Gesellschaft (wie Unternehmen, Parteien oder Staaten)
- privat → privé

privat

adjective

Sans le rendre public, seul à seul.
- en privé → privat
Dans un contexte d'ordinateur
- en privé → privat

Cross Translation:

From	To	Via
• privat	→ privé	↔ privé — voor persoonlijk gebruik gereserveerd
• privat	→ privé; privée	↔ private — not done in the view of others
• privat	→ personnel; personnelle	↔ private — intended only for one's own use
• privat	→ privé; privée	↔ private — not accessible by the public

Privat:

Privat

Privat
Personnel
- Personnel
Privat
Domicile
- Domicile

Privat bijvoeglijk naamwoord

Privat (Freunde und Familie)
Personnel; Famille et amis
- Personnel bijvoeglijk naamwoord
- Famille et amis

Vertaal Matrix voor Privat:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Personnel	Freunde und Familie; Privat
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Domicile	Privat
Famille et amis	Freunde und Familie; Privat
Personnel	Privat