Duits

Uitgebreide vertaling voor vorziehen (Duits) in het Frans

vorziehen:

vorziehen werkwoord

  1. vorziehen (bevorzugen; wählen)
    préférer; donner la préférence à; aimer mieux
    • préférer werkwoord (préfère, préfères, préférons, préférez, )
    • aimer mieux werkwoord
  2. vorziehen (früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen)
    avancer; placer devant; anticiper; décaler l'heure du début de
    • avancer werkwoord (avance, avances, avançons, avancez, )
    • placer devant werkwoord
    • anticiper werkwoord (anticipe, anticipes, anticipons, anticipez, )

Vertaal Matrix voor vorziehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avancer Aufrücken; Vorgehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aimer mieux bevorzugen; vorziehen; wählen
anticiper früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen antizipieren; voraussehen; vorhersehen; vorwegnehmen
avancer früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen Fortschritte machen; Geld einbringen; Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; anführen; annehmen; anschneiden; antreiben; aufmarschieren; aufrücken; aufstellen; aufwerfen; ausdrücken; auslegen; ausrücken; befördert werden; behaupten; besser werden; bummeln; demonstrieren; drängen; durchgehen; durchlaufen; durchmachen; einbringen; eineKundgebungabhalten; eineKundgebunghalten; einen Vorschlag machen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; erfolgen; feststellen; fortbewegen; fortfahren; fortführen; fortgehen; fortsetzen; forttreiben; fortziehen; gehen; im Schritt gehen; in Worte fassen; konstatieren; kontinuieren; laufen; mitteilen; nachsetzen; postulieren; prätendieren; schreiten; sich aus drücken; sich fortbewegen; spazieren; spazierengehen; suggerieren; verbessern; verfolgen; vor sich her schieben; vor sich hertreiben; vorbringen; vorschieben; vorschlagen; vorstrecken; vorwärts treten; vorwärtskommen; vorwärtsstreben; vorwärtstreiben; wandern; weitergehen; weiterkommen; weiterlaufen; zur Rede bringen
donner la préférence à bevorzugen; vorziehen; wählen
décaler l'heure du début de früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen
placer devant früher ausführen als geplant; verfrühen; vorverlegen; vorziehen
préférer bevorzugen; vorziehen; wählen auslesen; auswählen; herauspicken; heraussuchen; selektieren; sichten; sieben; sortieren

Synoniemen voor "vorziehen":


Wiktionary: vorziehen

vorziehen
verb
  1. préférer, aimer une chose par préférence à une autre.
  2. Mettre au-dessus, aimer mieux, se déterminer en faveur d’une personne, d’une chose plutôt que d’une autre.

Cross Translation:
FromToVia
vorziehen préférer prefereren — de voorkeur geven
vorziehen favoriser; avantager bevoordeleniemand ~: aan iemand bijzondere gunsten verlenen
vorziehen préférer prefer — to favor

Computer vertaling door derden: