Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Böschung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Böschung (Duits) in het Frans

Böschung:

Böschung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Böschung (Hang; Hügel; Gefälle)
    la pente; le talus; l'accotement; la berge; le bas-côté; la rampe
    • pente [la ~] zelfstandig naamwoord
    • talus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • accotement [le ~] zelfstandig naamwoord
    • berge [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bas-côté [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rampe [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Böschung
    le cours; le train; la marche
    • cours [le ~] zelfstandig naamwoord
    • train [le ~] zelfstandig naamwoord
    • marche [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Böschung
    la pentes; le talus; le penchants; l'inclinaisons
  4. die Böschung (Helling; Hang; Senkung; Gefälle; Steilhang)
    la côte; la rampe; la pente; le talus
    • côte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rampe [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pente [la ~] zelfstandig naamwoord
    • talus [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Böschung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accotement Böschung; Gefälle; Hang; Hügel
bas-côté Böschung; Gefälle; Hang; Hügel
berge Böschung; Gefälle; Hang; Hügel Flußbett; Gestade; Ufer; Wasserseite
cours Böschung Allgemeinheit; Angewohnheit; Entwicklung; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Gepflogenheit; Gesamtheit; Gewohnheit; Glaubenslehre; Gültigkeit; Kurs; Kursus; Lehre; Lehrgang; Progression; Schulhöfe; Schulplätze; Schulstunde; Sitte; Studium; Stunde; Unterricht; Unterrichtsstunde; Verlauf; Vorlesung in der Universität; Wohnhöfe; anteilkursen; kursnotierungen
côte Böschung; Gefälle; Hang; Helling; Senkung; Steilhang Berghang; Küste; Küstenlinie; Riefe; Rille; Schnittkante; Schärfe
inclinaisons Böschung
marche Böschung Anmarsch; Aufmarsch; Durchreise; Durchzug; Fortbewegung; Geschwindigkeit; Marsch; Schnelligkeit; Sport; Stufe; Stufen einer Leiter; Tempo; Vormarsch; Wandersport
penchants Böschung
pente Böschung; Gefälle; Hang; Helling; Hügel; Senkung; Steilhang Berghang; Schrankrand; Steile; Steilheit
pentes Böschung
rampe Böschung; Gefälle; Hang; Helling; Hügel; Senkung; Steilhang Auffahrt; Balustrade; Brüstung; Einfahrt; Geländer; Lehne; Rampe; Treppengeländer; Zufahrtsstraße
talus Böschung; Gefälle; Hang; Helling; Hügel; Senkung; Steilhang Brüstung; Geländer; Seitenstreifen; Straßenrand
train Böschung Auswirkung; Eile; Ergebnis; Fahrgeschwindigkeit; Folge; Gefolge; Geschwindigkeit; Hast; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Reisegeschwindigkeit; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Schnelligkeit; Tempo; Troß; Zug
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
cours Kurs

Synoniemen voor "Böschung":


Wiktionary: Böschung


Cross Translation:
FromToVia
Böschung chaussée; talus embankment — artificial mound of earth and stone
Böschung escarpement escarpment — steep descent or declivity