Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Bräuche:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bräuche (Duits) in het Frans

Bräuche:

Bräuche [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bräuche (Sitten)
    l'habitudes; la moeurs; la coutumes

Vertaal Matrix voor Bräuche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coutumes Bräuche; Sitten
habitudes Bräuche; Sitten Traditionen; Überlieferungen
moeurs Bräuche; Sitten Angewohnheit; Brauch; Gepflogenheit; Gewohnheit; Sitte; Tradition; Traditionen; Volksbrauch; Volkssitte; Überlieferungen

Wiktionary: Bräuche

Bräuche
noun
  1. Habitudes relatives à la morale