Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Bräutigam:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bräutigam (Duits) in het Frans

Bräutigam:

Bräutigam [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bräutigam
    le futur époux; le fiancé; le nouveau marié; le futur mari
  2. der Bräutigam (Verlobte; Braut)
    le fiancé; la fiancée
    • fiancé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fiancée [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bräutigam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiancé Braut; Bräutigam; Verlobte Verlobte; Zukünftige
fiancée Braut; Bräutigam; Verlobte Braut; Verlobte; Zukünftige
futur mari Bräutigam
futur époux Bräutigam
nouveau marié Bräutigam

Wiktionary: Bräutigam

Bräutigam
noun
  1. zukünftiger männlicher Ehepartner
Bräutigam
noun
  1. (vieilli) Celui qu’engager un accord réciproque en vue du mariage.

Cross Translation:
FromToVia
Bräutigam jeune marié; futur époux; marié; futur marié; époux bridegroom — bridegroom, groom
Bräutigam fiancé; jeune marié groom — man about to be married