Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Charisma:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Charisma (Duits) in het Frans

Charisma:

Charisma [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Charisma (Ausstrahlung)
    le charisme; le rayonnement

Vertaal Matrix voor Charisma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charisme Ausstrahlung; Charisma
rayonnement Ausstrahlung; Charisma Abstrahlen; Abstrahlung; Ausstrahlung; Bestrahlung; Strahlen; Strahlung

Synoniemen voor "Charisma":


Wiktionary: Charisma

Charisma
noun
  1. Soziologie: Kurzform für charismatische Herrschaft
  2. ohne Plural: Ausstrahlung einer Person
  3. Religion, Christentum: die Gabe, Offenbarungen, Inspirationen und Erleuchtungen empfangen zu können
Charisma
noun
  1. Aura indéfinissable

Cross Translation:
FromToVia
Charisma charisme charisma — personal charm or magnetism