Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Einrichten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einrichten (Duits) in het Frans

Einrichten:

Einrichten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Einrichten (Nachstellung; Anpassen; Einstellen; Justierung)
    l'adaptation; l'ajustement; la mise au point; le rajustement; l'accommodation; le réglage

Vertaal Matrix voor Einrichten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accommodation Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Akkommodation; Bleibe; Logis; Obdach; Quartier; Unterkommen; Unterkunft; Wohnraumbeschaffung; Wohnung
adaptation Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Nachstellungen; Neuaflage
ajustement Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Anpassung; Berichtigung; Nachstellungen
mise au point Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Abstellung; Anordnung; Einschätzung; Einstellung; Gleichschaltung; Gleichstellung; Nachstellungen; Peilung; Scharf stellen
rajustement Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung
réglage Anpassen; Einrichten; Einstellen; Justierung; Nachstellung Abstimmen; Abstimmung; Anordnung; Ausbesserung; Einschätzung; Einstellen; Feineinstellung; Gleichschaltung; Gleichstellung; Peilung; Wartung; richtigstellen

Wiktionary: Einrichten

Einrichten
noun
  1. Action de (s’)adapter, (se) conformer

Verwante vertalingen van Einrichten